aan de raad der gemeente Breda Wlz/887003245 nr. 145 Voorstel van Burgemeester er wethouders tot vaststelling van het meerjarenplan Rijkssubsidie regeling Restauratie Monumenten 1993-1997. HET MEERJARENPLAN 1993-1997 Rijkssubsidleregeling monumenten De afgelopen twee jaren heeft Uw raad de meerjarenprogramma's 1992-1996 vastgesteld in het kader van de Rijkssubsidieregeling Restauratie Monumenten(RRM)Thans ligt het vervolg voor U, te weten het meerjarenprogramma 1993-1997. De RRM is gebaseerd op het systeem van budgetreservering en in werking getreden op 1 januari 1986. Kern van de regeling is dat Uw raad de Bredase restauratie praktijk bepaalt op basis van een voortschrijdend meerjarenprogramma Het meerjarenprogramma dient een overzicht te bevatten van de in technische zin matige of slechte monumenten waarvan restauratie wordt overwogen. Tevens dient een gefaseerde aanpak van de uitvoering van het programma gegeven te worden, alsmede een indicatie van de kosten per restauratie en de te verwachten rijkssubsidie. Het meerjarenprogramma dient veer 1 september te worden ingediend. Wij hadden kunnen volstaan met een aanvulling op het vastgestelde programma 1992-1996, maar wij hebben hier van afgezien om enerzijds gebruik te kunnen maken van wijzigingen en anderzijds reeds vooruit te kunnen lopen op de verandering van de monumentenwet. Wijzigingen in de meerjarenprogramma's De afgelopen jaren zijn de meerjarenprogramma's tot stand gekomen via het opportuniteitsbeginsel, dat wil zeggen dat in 1986 de samenstelling van het meerjarenplan werd bepaald door de zeer grote haast van indiening en dat in 1987 de eigenaren die gezegd hadden dat zij van plan waren om te restaureren, vooraan in het programma zijn geplaatst. Leidraad is daar wel bij geweest dat het concentratiebeleid uitgangspunt bleef. De concentratiegebieden waren St. Janstraat, Haagdijk, Haven, Reigerstraat en CatharinastraatTevens heeft de noodzaak van restauratie en de bereidheid van eigenaren een rol gespeeld. Nu echter 2\ jaar verstreken zijn sinds de invoering van de RRM blijkt dat door steeds veranderende omstandigheden, de voornemens van eigenaren veelal niet omgezet worden in concrete plannen. Eigenaren die deze plannen wel hebben kunnen geen gebruik maken van de beschikbare gelden, omdat de meerjarenplannen in principe de gelden hebben voorbeschiktDaarnaast heeft onderzoek uitgewezen dat slechts een gedeelte van de plannen van 1991 en 1992 binnen de termijn I

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 733