gerealiseerd gaan worden. Deze plannen zijn zover mogelijk naar
voren gehaald.
De wijziging van de monumentenwet
Medio 1988 zal naar verwachting de nieuwe monumentenwet door de
Staten Generaal worden behandeld. In deze nieuwe wet wordt de
decentralisatie van het rijksbeleid voor de monumenten
vastgelegd. Binnen de ambtelijke werkgroep monumenten en de
Monumenten Advies Raad is men zich hier al op aan het
voorbereiden. De veranderingen zullen worden vastgelegd in de
monumentenverordening gemeente Breda. Deze veranderingen zullen
U ter beoordeling en goedkeuring worden voorgelegd zodra de
nieuwe wet is aangenomen.
Vooruitlopend daarop zijn wij van mening dat de opstelling van
het meerjarenplan moet geschieden op basis van een
inventarisatie van het totale monumentenbestand binnen de
gemeente. Deze inventarisatie zal binnenkort gestart worden.
Onderdelen hiervan zijn:
- de fysieke conditie van het pand;
- de bereidheid tot restaureren;
- de benodigde termijn van restaureren;
- de beschikbaarheid van middelen;
- de opstelling van een onderhoudsplanning;
- de prioriteitsstellingen op grond van concentratiegebieden.
In samenspraak met de eigenaren zal zo vanaf 1989 het
meerjarenplan (1993-1997) tot stand gaan komen. Het
meerjarenplan is weliswaar een raamplan maar binnen de nu
voorgestelde methodiek, t.w. inventarisatie,
prioriteitstelling/fasering en vastlegging in het meerjarenplan
door Uw raad, kan restauratie en onderhoud meer structureel dan
incidenteel bijdragen aan het gemeentelijk monumentenbeleid.
De verhouding tot gemeentelijke monumenten
Tot nu toe is steeds gesproken over Rijksmonumenten, dat wil
zeggen panden die op de rijkslijst voorkomen en derhalve vallen
onder de bepalingen van de monumentenwetDaarnaast hebben wij
tot nu 23 panden cp de gemeentelijke monumentenlijst geplaatst
en zijn voorstellen in voorbereiding voor nogeens 200 panden
binnen de singels op de gemeentelijke monumentenlijst te
plaatsen. Het door het rijk toe te kennen budget kan niet
gebruikt worden voor gemeentelijke monumenten. Momenteel wordt
via het fonds Stadsvernieuwing f.400.000 op jaarbasis besteed
aan panden die op de gemeentelijke monumentenlijst zijn
geplaatst of waarvan de verwachting leeft dat zij geplaatst
zullen worden. Ook beeldbepalende panden, dat wil zeggen panden
die op geen enkele lijst voorkomen, maar binnen een bouwkundig
geheel als huizenblok of straatwand een belangrijk onderdeel
vormen, kunnen van dit fonds gebruik maken.