nr. 157 - 2 - d. Koper en diens rechtsopvolgers doen afstand van alle afspraken die zij tegenover de gemeente Breda zouden kunnen doen gelden, wegens schade welke in enigerlei verband met de variabele water standen en/of de aanlegwerkzaamheden van de beschoeiing is ontstaan. Zij vrijwaren de gemeente voor alle vorderingen van derden tot vergoeding van schade, welke in enigerlei verband staat met de variabele waterstanden en/of deze aanlegwerkzaam heden, tenzij de schade is ontstaan door of de vordering voort spruit uit schuld aan de zijde van de gemeente. Artikel 3 Koper en diens rechtsopvolgers dienen bij verkoop van de woning(en) de volgende verplichting op te leggen: 1. de gegadigde verplicht zich de woning gedurende een termijn van vijf jaar na de ingebruikneming zelf te bewonen, niet te verhuren en niet te verkopen; 2. van de verplichting in lid 1 kan door middel van een schrifte lijke toestemming van burgemeester en wethouders afgeweken worden a. wegens verandering van werkkring; b. wegens overlijden van echtgeno(o)t (e) c. wegens echtscheiding; d. wegens doorstroming naar een duurdere woning; e. bij gebruikmaking door de hypotheekhouder van het recht als bedoeld in artikel 1223 van het burgerlijk wetboek; f. wegens andere omstandigheden waarbij de noodzaak tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van het gekochte aan burge meester en wethouders kan worden aangetoond; Artikel 4 Koper en diens rechtsopvolgers zijn verplicht de woningen aan te sluiten en aangesloten te houden op de stadsverwarming. De voorzieningen die de stadsverwarming omvat zijn de levering van warmte voor ruimte verwarming en warm tapwater. Ten aanzien van die aansluiting wordt verwezen naar de aansluitvoor waarden van de N.V. Energie- en Waterbedrijf Breda (ENWA) Artikel 5 Koper en diens rechtsopvolgers dienen per woning parkeerruimte voor 1 auto te realiseren, in stand te houden en bereikbaar te houden. Artikel 6 De bepalingen van de artikelen 4 en 5, alsmede dit artikel moeten bij elke vervreemding van het gehele onroerende goed of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(a)r(en) of zakelijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepa lingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze bepalingen verbeurt de nalatige partijzonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist, ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100.000, PCJD09446/GRBED8

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 767