nr. 158a - 2 - Artikel 2 Koper en diens rechtsopvolgers dienen bij verkoop van de woning(en) de volgende verplichting op te leggen: 1. de gegadigde verplicht zich de woning gedurende een termijn van vijf jaar na de ingebruikneming zelf te bewonen, niet te verhuren en niet te verkopen; 2. van de verplichting in lid 1 kan door middel van een schrifte lijke toestemming van burgemeester en wethouders afgeweken worden: a. wegens verandering van werkkring; b. wegens overlijden van echtgeno(o)t(e) c. wegens echtscheiding; d. wegens doorstroming naar een duurdere woning; e. bij gebruikmaking door de hypotheekhouder van het recht als bedoeld in artikel 1223 van het burgerlijk wetboek; f. wegens andere omstandigheden waarbij de noodzaak tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van het gekochte aan burge meester en wethouders kan worden aangetoond; Artikel 3 Koper en diens rechtsopvolgers zijn verplicht de woningen aan te sluiten en aangesloten te houden op de stadsverwarming. De voorzie ningen die de stadsverwarming omvat zijn de levering van warmte voor ruimteverwarming en warm tapwater. Ten aanzien van die aansluiting wordt verwezen naar de aansluitvoorwaarden van de N.V. Energie- en Waterbedrijf Breda (ENWA). Artikel 4 Koper en diens rechtsopvolgers dienen voor 16 woningen parkeerruimte voor 1 auto te realiseren, in stand te houden en bereikbaar te houden. Artikel 5 a. De koper van bouwgrond verplicht zich bij het passeren van de notariële akte van eigendomsoverdracht van de grond, de locatiesub sidie, die de rijksoverheid verstrekt aan de eigenaar/verhuurder van premiehuurwoningen door middel van een akte van cessie over te dragen aan de gemeente. b. De koper van bouwgrond is alleen dan gerechtigd deze door te verkopen aan de koper van de daarop te realiseren c.q. gereali seerde premiekoopwoning, indien deze koper zich bij het passeren van de notariële akte van eigendomsoverdracht van de grond verplicht de hem toekomende locatiesubsidie door middel van een akte van cessie over te dragen aan de gemeente. c. Bij niet-nakoming van deze verplichting verbeurt de koper aan de gemeente een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete van 10.000,(zegge: tienduizend gulden), zonder dat enige ingebrekestelling of rechterlijke tussenkomst zal zijn vereist en onverminderd de bevoegdheid van de gemeente in rechte nakoming en/of vergoeding van (meerdere) schade, kosten en interessen te vorderen. d. De akte van cessie dient te geschieden conform bijgevoegde conceptovereenkomst, waarvan een kopie gevoegd dient te worden bij het "gereedmeldingsformulier". PCIH/9233/GRBED7

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 771