nr. 158b - 2 - Artikel 3 1. Koper en diens rechtsopvolgers dienen de woning(en) te verkopen of te verhuren aan diegenen, die voldoen of binnen korte tijd zullen voldoen aan eisen van economische c.q. sociale gebonden heid 2. Aan de eis van economische gebondenheid is voldaan indien de gegadigde daadwerkelijk werkzaam is in de regio Breda. Voor het daadwerkelijk werkzaam zijn in dit gebied is niet voldoende dat de gegadigde in dienst is van een instelling of bedrijf dat in dit gebied gevestigd is. 3. Aan de eis van sociale gebondenheid is in ieder geval voldaan indien men reeds woonachtig is in de regio Breda. Eveneens worden geacht aan deze eis te voldoen al degenen die vijf jaar ononderbroken in Breda woonachtig zijn geweest, onge acht of zij voldoen aan het vereiste van economische gebonden heid. 4. Burgemeester en wethouders zullen beoordelen of ook nog in andere gevallen dan de in lid 3 genoemde aan de eis van sociale gebonden heid is voldaan. 5. Kan de verkoper aantonen dat hij zijn woning reeds 2 maanden regelmatig openbaar te koop heeft aangeboden aan economisch c.q. sociaal gebondenen, terwijl dit nog niet heeft geresulteerd in de verkoop van de woning, dan kunnen burgemeester en wethouders, na een verzoek zijnerzijds, hem toestemming verlenen ook aan anderen dan economisch c.q. sociaal gebondenen te verkopen/verhuren. Artikel 4 Koper en diens rechtsopvolgers dienen bij verkoop van de woning(en) de volgende verplichting op te leggen: 1. de gegadigde verplicht zich de woning gedurende een termijn van vijf jaar na de ingebruikneming zelf te bewonen, niet te verhuren en niet te verkopen; 2. van de verplichting in lid 1 kan door middel van een schrifte lijke toestemming van burgemeester en wethouders afgeweken worden a. wegens verandering van werkkring; b. wegens overlijden van echtgeno(o)t(e) c. wegens echtscheiding; d. wegens doorstroming naar een duurdere woning; e. bij gebruikmaking door de hypotheekhouder van het recht als bedoeld in artikel 1223 van het burgerlijk wetboek; f. wegens andere omstandigheden waarbij de noodzaak tot gehele of gedeeltelijke vervreemding van het gekochte aan burge meester en wethouders kan worden aangetoond; 3. het bepaalde in artikel 3 is zowel van toepassing bij verkoop na de periode van vijf jaar als bij verkoop voordat de termijn van vijf jaar verstreken is, indien daarvoor van burgemeester en wethouders schriftelijke toestemming is verkregen. PCIH/9233/GRBED2

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1988 | | pagina 774