aan de raad der
gemeente Breda
nr. 197
OW/887910499
«nni-2
Voorstel tot het voteren van een krediet van
200.000,00 voor de inschakeling van een extern
adviseur ten behoeve van een (bedrijfsecono
misch) onderzoek inzake de afdeling civiel-
techniek van de dienst openbare werken.
De reorganisatie van de dienst openbare werken, die de afgelopen jaren heeft
plaatsgevonden, had betrekking op de structuur en de organisatie van de
dienst zelf en op een aantal afdelingen.
Voor de afdeling civieltechniek is indertijd een (interne) werkgroep gestart
met het instellen van een bedrijfseconomisch onderzoek met betrekking tot
die afdeling. Door omstandigheden (met name het vertrek van een van de
"trekkers" van het project) is de taak niet afgerond kunnen worden. Een van
de belangrijkste onderzoeksgebieden zou de relatie met het grondbedrijf
zijn, teneinde de opdrachtgeversrol van het grondbedrijf en de toe te
rekenen kosten van de afdeling civieltechniek duidelijker te maken.
Er zijn op dit moment (nieuwe) dringende redenen om de taak en de organi
satie van de afdeling civieltechniek ook aan een onderzoek te onderwerpen.
Tijdens de voorbereiding van de begroting 1989 is gebleken, dat de aspecten
planning, coördinatie, samenwerking en controle met betrekking tot die
afdeling noodzakelijk aandacht behoeven.
Geconstateerd is ook, dat de afdeling een te grote werkdruk heeft.
Daarnaast is duidelijk geworden, dat de toe te rekenen kosten van de afde
lingsactiviteiten en de daarvoor beschikbare middelen niet altijd in over
eenstemming zijn met elkaar.
Bij de behandeling van de begroting 1989 zal hierop worden teruggekomen.
Om te komen tot een snelle aanpak van en besluitvorming over eerdergenoemd
onderzoek vinden wij het noodzakelijk tijdelijk een extern (en tevens
onafhankelijk) adviseur aan te trekken.
De hoofdlijnen van zijn of haar opdracht dienen te zijn:
het instellen van een onderzoek naar en het doen van voorstellen over:
a. de taak van de afdeling en de taakafbakening met andere gemeentelijke
functies (o.a. grondbedrijf, milieudienst, afdeling verkeer);
b. de bedrijfseconomische aspecten van de activiteiten van de afdeling;
c. de interne organisatie en de werkwijze van de afdeling (o.a. doel
matigheid, effectiviteit, planning en controle);
d. de prioriteiten in en planning van de activiteiten van de afdeling;
e. de personele bezetting van de afdeling in relatie tot de te verrichten
activiteiten.
Aan de adviseur dienen in grote lijnen de volgende eisen te worden gesteld:
bekendheid met het civieltechnische werkterrein, met overheidsorganisaties
en samenwerkingsverbanden. Hij of zij dient tevens bedrijfseconomisch
onderlegd te zijn.