- A -
nr. 204
Ten aanzien van de bezwaren van de onder 3 genoemde reclamant
Niet ontkend kan worden dat het gebruik en de belevingswaarde van het park
zullen veranderen. Echter bij de afweging van belangen heeft de hoeveelheid
groen in de wijk Brabantpark en de wijze waarop het park Hooghout opnieuw
wordt ingericht -gecombineerd met de grote behoefte aan ouderenhuisvesting en
het gemis van een buurtcentrum in deze wijk geleid tot het standpunt dat
bebouwing van het noordelijke deel van het park - met een reconstructie van
de rest van het park - aanvaardbaar wordt geacht.
De mening van reclamant dat geen inspraak heeft plaatsgevonden wordt onzer
zijds niet gedeeld.
Zowel voor de vaststelling van het groenstructuurplan en de ontwikkelings-
schets Zuid-Oost heeft informatie plaatsgevonden in de richting van de
buurten en de omwonenden. Na deze informatie heeft vervolgens inspraak
plaatsgevonden op basis van de gemeentelijke inspraakverordening.
Ons college heeft op 11 maart 1987 een inspraakwerkplan vastgesteld en dit
plan is conform de verordening op 13 maart 1987 gepubliceerd.
Vervolgens hebben twee inspraakbijeenkomsten plaatsgevonden, een op de
middag en een op de avond van 19 maart 1987.
Het verslag van de inspraak is door ons college op 15 april 1988 vastgesteld
en heeft vervolgens tot 10 mei 1987 ter inzage gelegen.
De reclamant verwijst vervolgens naar zijn bezwaren ingediend bij ons
college bij brieven van 4 augustus, 12 augustus en 10 december 1987.
De brief van reclamant van 10 december 1987 is overigens door ons college
beantwoord bij brief van 19 april 1988.
Omdat de bezwaren in deze brieven gelijkluidend zijn aan de door reclamant
nu ingediende bezwaren en aan de bezwaren van de andere reclamanten, wordt
verwezen naar hetgeen wij hierboven ten aanzien van deze bezwaren hebben
gesteld
Gelet op hetgeen wij hierboven over de bezwaren hebben overwogen stellen wij
voor de bezwaren van de onder 1 tm 3 genoemde reclamanten ongegrond te
verklaren.
De commissie ruimtelijke ordening en grondbedrijf kan zich met dit voorstel
verenigen.
Burgemeester en wethouders van Breda
F.M. Feij
9
burgemeester
M.P.W.C. van