aan de raad der
gemeente Breda
MD/887604697
nr. 208
Voorstel van burgemeester en wet
houders tot het beschikbaar stel
len van een krediet van
84.750,ter financiering van
de integrale aanpak energiebespa
ring.
Inleiding
In 1983 heeft Uw raad de nota "Energiebesparing Breda" vastge
steld. Thans is een evaluatie gegeven van het energiebesparings
programma dat heeft plaatsgevonden.
De evaluatienota ligt voor Uw raad ter visie.
Evaluatienota energie
De evaluatienota geeft een overzicht van het in het verleden ge
voerde gemeentelijk energiebesparingsbeleid op basis van de "no
ta energiebesparing Breda 1983".
Naast een verantwoording van het in het verleden gevoerde ener
giebeleid, vormt de evaluatie tevens een uitgangspunt voor het
in de toekomst te voeren energiebeleid. Uit de Evaluatienota
blijkt dat er in Breda behoorlijk wat activiteiten zijn onderno
men op het gebied van energiebesparing. Vanaf 1983 zijn er tus
sen de 3.500 en 4.400 woningen geïsoleerd. Bij praktisch alle
gemeentelijke gebouwen zijn, voor zover rendabel, energiebespa
rende maatregelen getroffen. Met betrekking tot de scholen is
er een uitgebreid energiebesparingsprogramma uitgevoerd.
Er werden experimenten uitgevoerd met alternatieve vormen van
energiegebruik (bijvoorbeeld warmtepompen bij woningen op het
voormalige G.T.S.-terrein)
Ook is er de nodige aandacht aan voorlichting aan de burger in
het algemeen en aan specifieke groepen als het gemeenteperso-
neel besteed.
Uit de Evaluatienota blijkt dat er grenzen zijn aan de mogelijk
heid van de gemeente om het energiebeleid uit te voeren. Strui
kelblok is vaak de met het energiebeleid botsende belangen van
particulieren
Zo lopen woningbouwverenigingen aan tegen het doorvoeren in de
huurprijs van de kosten van de energiemaatregelen.
Ook is het energiebeleid van de centrale overheid niet eendui
dig, wat zijn weerslag heeft op de mogelijkheden en motivatie
van de gemeenten en burgers.
Mogelijk toekomstig energiebeleid
Naar aanleiding van de evaluatie van het tot nu toe gevoerde be
leid en landelijke ontwikkelingen op energiegebied, komen wij
tot de conclusie dat er als vervolg hierop een toekomstig ener
giebeleid dient te worden ontwikkeld.