tussen de gemeente Breda en de woningbouwvereniging
Volkshuisvesting Breda in het kader van de verzelfstandiging
van het gemeentelijk woningbedrijf.
DE ONDERGETEKENDEN
1. De heer Drs.F.M. Feijburgemeester van de gemeente Breda,
als zodanig ten deze de gemeente rechtsgeldig
vertegenwoordigend, overeenkomstig het bepaalde in artikel
78 van de gemeentewet en handelend ter uitvoering van het
besluit van de raad van die gemeente d.d. (bijlage nr.
hierna te noemen "de gemeente"
en
2. De heer Dr.J.P.A. van den Dam en de heer P.W. van Lierop,
respectievelijk voorzitter en secretaris van de
Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda, gevestigd aan
het van coothplein 24 te Breda, als zodanig ten deze de
vereniging rechtsgeldig vertegenwoordigend, overeenkomstig
het bepaalde in haar statuten, hierna te noemen "de
woningbouwvereniging"
OVERWEGENDE
- dat het gemeentelijk woningbedrijf, als tak van dienst van de
gemeente Breda, tot voor kort ondermeer het beheer van de aan
de gemeente in eigendom toebehorende woningen verzorgde;
- dat het wenselijk werd geacht "net gemeentelijk woningbedrijf
te saneren, te reorganiseren en om te vormen tot een
zogenaamde toegelaten instelling volkshuisvesting,als bedoeld
in artikel 59,eerste lid van de woningwet;
- dat in verband met het vorenstaande opgeroeide
woningbouwvereniging is opgericht, welke vereniging, gelet op
het besluit 1 juli 1988 kan worden aangemerkt, als een
toegelaten instelling, als bedoeld in artikel 59,eerste lid
van de Woningwet;
- dat blijkens een op 15 januari 1987 tussen partijen gesloten
overeenkomst het beheer van de aan de gemeente toebehorende
woningen, ressorterend onder het gemeentelijk woningbedrijf
A, reeds vanaf 1 januari 1987 bij de woningbouwvereniging is
ondergebracht en in beginsel aldaar ondergebracht zal blijven
tot aan de dag dat voormeld bezit van de gemeente aan de
woningbouwvereniging in eigendom zal zijn overgedragen;
OVEREENKOMST