- dat partijen de gevolgen van de omvorming van het gemeentelijk woningbedrijf tot woningbouwvereniging in deze overeenkomst nader wensen te regelen; - dat partijen in het kader van het overdragen van het gemeentelijk woningbezit c.a.naar de woningbouwvereniging uitdrukkelijk niet het oogmerk hebben daarbij enige winst te behalen; - dat de staatssecretaris van Volkshuisvesting,Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer bij brief van 24 maart 1988 kenmerk 243 8010 HIV/GO/BA0254 aan de gemeente in het kader van de saneringsoperatie van het gemeentelijk woningbedrijf extra geldelijke steun heeft toegekend in de vorm van een renteloos voorschot ad F 8 miljoen voor een periode van 10 jaren met de mogelijkheid tot omzetting in een bijdrage ineens - dat het rijk voormelde extra geldelijke steun slechts wenst te verlenen voorzover partijen de daarbij gestelde voorwaarden aanvaarden; - dat de gemeente bij raadsbesluit van 26 mei 1988,bijlage nr.111 de voorwaarden waaronder het rijk de extra geldelijke steun heeft toegezegd,heeft aanvaard; VERKLAREN over en weer te zijn overeengekomen, als volgt: Artikel 1 rijksbijdrage sanering. De gemeente verbindt zich jegens de woningbouwvereniging met inachtneming van de door het rijk gestelde voorwaarden ,de in het kader van de sanering van het gemeentelijk woningbedrijf van het rijk te ontvangen extra geldelijke steun terstond na ontvangst onder dezelfde voorwaarden en bedragen over te maken op rekening van de woningbouwverenigingDaartegenover verbindt de woningbouwvereniging zich jegens de gemeente tot het nauwgezet nakomen van de door het Rijk daarbij gestelde voorwaarden zowel in de richting van het Rijk als in de richting van de gemeente.De woningbouwvereniging zal tot terugbetaling aan de gemeente overgaan van het via de gemeente door het Rijk aan de woningbouwvereniging verstrekt renteloos voorschotindien de gemeente tot terugbetaling aan het Rijk is gehouden.De voorwaarden en wijze van terugbetaling zal - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 108