2
nr. 223
het opleiden van werkloze jongeren, die door diverse oorzaken
niet in staat zijn deel te nemen aan de reguliere opleidingen
in de bouw;
er voor zorgdragen dat deze opleiding op middellange termijn
binnen de reguliere instituties kan worden geïntegreerd.
Het eerste doel wordt gerealiseerd door middel van een praktijkge
richte opleiding en wordt ieder jaar getoetst op de resultaten. Het
tweede doel is een middellange termijn doelstelling, die uiterlijk
eind 1990 gerealiseerd dient te zijn. Indien dan dit resultaat niet
bereikt is, wordt het projekt opgeheven. Het wel realiseren van deze
doelstelling betekent dat het projekt integraal onderdeel wordt van
bestaande opleidingsinstituten.
Konkreet betekent dit voor de periode 1987 - 1990 dat:
jaarlijks minimaal 8 jongeren uitstromen naar het bedrijfsleven
en/of vervolgonderwijs;
een in de praktijk getoetst aangepast vakopleidingsprogramma voor
laag- en ongeschoolden ontwikkeld is;
een op de doelgroep afgestemd theoretisch programma is ontwik
keld
de struktuur en werkwijze binnen de vakopleiding (samenwerkings
verbanden) aangepast is aan de specifieke eisen die het werken
met de doelgroep stelt;
vormingsprogramma's (Levensschool programma's) en werkwijze van
vormingsinstituten/Levensscholen aangepast zijn aan dergelijke
programmas
de stichting Vakopleiding Bouw de eisen met betrekking tot het
aangaan van LOK's aanpast aan de specifieke programma's;
er een suksesvolle onderwijs/vakopleidingsvorm gevonden is voor
de doelgroep laag- en ongeschoolden.
De projekten Bouwen aan Werk ontlenen hun programma en werkwijze als
afgeleide van het leerlingtekort en het overschot aan laag- en
ongeschoolde werkloze jongeren die momenteel niet in aanmerking komen
voor vervolgopleidingen.
b. Verslaglegging periode augustus 1988- juni 1989.
Het voortbestaan van de aktiviteiten van de stichting Bouwen aan Werk
is in het eerste halfjaar van 1988 onderwerp van diskussie geweest.
Dit vond met name zijn oorzaak in:
de slechte wervingsresultaten. Ondanks een wervingsplan dat door
't Gist werd opgesteld en uitgevoerd, leverde dit te weinig
resultaten op;
de inhoud van het programma-aanbod c.q. het onderwijsnivo van de
betrefende jongeren.
Dit alles resulteerde in een aantal besprekingen van de Stichting
Bouwen aan Werk met het bestuur en medewerkers van het S.S.P.B. Deze
herbezinning resulteerde in een gewijzigde projektopzet, ingaande
augustus 1988.
1. Een aparte vooropleiding metselen/timmeren had gezien het nivo
van de jongeren weinig zin-. Met name de theoretische vaardigheden
die nodig zijn om een Streekschool-opleiding af te ronden zijn
over het algemeen niet aanwezig.
2. De opleiding werd daarom gekonsentreerd op het nivo "bouwhulp".
Het bedrijfsleven heeft zeker behoefte aan jongeren, die het gat