BNG-leningsnumme r OVEREENKOMST VAN GELDLENING De ondergetekenden 1. De vennootschap N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten, gevestigd te s-Gravenhage 2. De Stichting Gereformeerde Bouwcorporatie voor Bejaarden SGBB, gevestigd te Hoofddorp, in deze zaak vertegenwoordigd door zijn voorzitter, de heer en zijn secretaris, de heer handelende ingevolge het besluit van het bestuur van verklaren het volgende te zijn overeengekomen: A. De N.V. Bank voor Nederlandsche Gemeenten, hierna te noemen "geldgever", zal aan de Stichting Gereformeerde Bouwcorporatie voor Bejaarden SGBB, hierna te noemen "geldnemer", te leen verstrekken en deze zal bij geldgever te leen opnemen op 3 mei 1989 een som van f.12.455.980,IVJAALFMILJOEN VIERHONDERD- VIJFENVIJFTIGDUIZEND NEGENHONDERDTACHTIG GULDEN)tegen de koers van 100 procent, onder beding, dat, met inachtneming van de hierna omschreven "bepalingen", voormeld nominaal bedrag zal worden teruggegeven. De uitbetaling zal geschieden tegen afgifte door geldnemer aan geldgever van een schuldbekentenis, waarin verwezen wordt naar deze akte en vermeldende de valutadatum, waaronder een rekening van geldnemer bij geldgever voor het leningsbedrag zal worden gecrediteerd. De gehoudenheid van geldgever tot het verstrekken aan geldnemer van deze geldlening zal evenwel komen te vervallen, indien de door geldgever voor deze geldlening gevraagde garantie van de gemeente Breda door enigerlei oorzaak niet vóór 3 mei 1989 mocht worden verkregen. B. De lening zal onderworpen zijn aan de volgende bepalingen: Artikel 1. Geldnemer zal over het onafgeloste nominale bedrag van de lening betalen een tegen zeven (7) procent per jaar te berekenen rente. Bij de berekening van de rente zal elke maand op dertig dagen en elk jaar op driehonderdzestig dagen worden gesteld. Artikel 2. Geldnemer zal de ingevolge artikel 1 verschuldigde rente, tezamen met de aflossing, voldoen in 50 jaarlijkse annuïteiten, elk groot f.902.558,44. Het rentebestanddeel van elke annuïteit zal worden voldaan in jaarlijkse termijnen en wel op 3 mei van elk jaar, voor het eerst op 3 mei 1990. Het aflossingsbestanddeel zal worden voldaan op 3 mei van elk jaar, voor het eerst op 3 mei 1990. Artikel 3. Op 3 mei 1999, op 3 mei 2009, 3 mei 2019 en voorts op 3 mei 2029 zal de rentevoet van de lening als vermeld in artikel 1, in onderling overleg tussen geldgever en geldnemer opnieuw worden vastgesteld. Het voorstel houdende de hoogte der nieuw te gelden rentevoet zal door geldgever tenminste twee en ten hoogste drie maanden voorafgaande aan de bovenvermelde renteherzieningsdatum/data, schriftelijk aan geldnemer worden toegezonden, als opening van het te voeren overleg.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 10