aan de raad der gemeente Breda Voorstel van burgemeester en wethouders Inzake de gelden flankerend ouderenbeleid. Het streven van de overheid naar het "handhaven van de zelfstandigheid van ouderen" kreeg in 1983 de naam "flankerend ouderenbeleid". De voor dit beleid door de rijkoverheid beschikbaar gestelde gelden werden in 1985 grotendeels gedecentraliseerd naar de provincies en vervolgens met ingang van 1988 gedeeltelijk naar de gemeenten. De Provincie blijft verantwoordelijk voor de dagverzorging, de tijdelijke opvang en de nachtopvang in de verzorgingshuizen. De gemeente is verantwoordelijk voor de overige taken. De gemeente Ereda ontvangt voor het flankerend ouderenbeleid met ingang van 1988 f 190.000,- als onderdeel van de uitkering Welzijnswet. Inmiddels heeft Uw raad besloten (investeringsplan 1988) om t.b.v. de steunpuntprojekten f 800.000,- beschikbaar te stellen en de kapitaalslasten daarvan ten laste te brengen van de gelden flankerend ouderenbeleid. Daarmede worden de nog te besteden gelden flankerend ouderenbeleid met ingang van 1990 teruggebracht tot f 110.000,- per jaar. De doelstelling van het flankerend ouderenbeleid: "het handhaven van de zelfstandigheid van ouderen" is ruim en veelomvattend. Feitelijk dragen bijna alle aktiviteiten voor ouderen waarin door de gemeente gesubsidieerd wordt bij aan die doelstelling. In de notitie "gelden flankerend beleid" gaan wij in op de criteria die m.b.t. de besteding van de gelden flankerend ouderenbeleid naar onze mening zouden moeten worden gehanteerd en de daarbij te stellen prioriteiten. Criteria Gelet op de beperktheid van de beschikbare middelen worden de navolgende uitsluitingen en beperkingen voorgesteld: x activiteiten en voorzieningen waarvoor al een andere bekostigingsregeling bestaat komen niet in aanmerking; x dagverzorging, kortdurende opvang en nachtopvang behoren tot de verantwoordelijkheid van de provincie en komen derhalve niet voor subsidie in aanmerking; x subsidies in de aanschaf van materiele zaken worden slechts eenmalig verstrekt. De aanvrager zal t.z.t. moeten voorzien in vervanging; x subsidies worden alleen verstrekt indien en voor zover de kosten niet naar redelijkheid kunnen worden doorberekend aan de gebruikers; x subsidies worden slechts toegekend indien en voor zover er ruimte is binnen de post flankerend ouderenbeleid van het betreffende jaar; x subsidie-aanvragers dienen ook mogelijke andere subsidiebronnen aan te boren. WIZ/897006988

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 1113