Artikel 6 beleggingsvrijheid
woningbouwvereniging
De woningbouwvereniging is vrij in het beleggen van financiële
middelen,mits deze beleggingen naar algemene maatstaven genomen
voldoende solide kunnen geschieden.
De door het Rijk en de gemeente beschikbaar gestelde renteloze
voorschottentesamen een bedrag belopend van F.11
miljoenkunnen bij de gemeente worden belegd,een en ander met
inachtneming van het bepaalde in de artikelen 1 en 2.De
rente,die de gemeente vergoedt op de voormelde renteloze
voorschotten zal procentueel gelijk zijn aan het percentage dat
de Bank van Nederlandsche Gemeenten op 1 november 1988,zijnde
de datum waarop het renteloze voorschot van het Rijk is
ontvangen,in rekening bracht voor een 10-jarige fix-leningDit
rentepercentage bedraagt 6,65.
De negatieve stand van de Algemene Bedrijfsreserve kan tot een
bepaalde limiet - nader bepaald in de rekening
courant-overeenkomstals bedoeld in artikel 5 - worden
gefinancierd in de rekening-courant.Hiertoe is in de
rekening-courant overeenkomst een passage opgenomenindien de
stand van de Algemene Bedrijfsreserve positief is,kunnen de op
basis daarvan beschikbare gelden bij de gemeente onder nader
door partijen te bepalen condities worden belegd.
Artikel 7 huurharmonisatie
De woningbouwvereniging verbindt zich bij bewonersmutaties de
huur van de vrijkomende woningen ineens op een minimaal
redelijk niveau te brengen overeenkomstig de mogelijkheden in
de Huurprijzenwet woonruimteHet doorvoeren van
huurharmonisatie zal eerst geschieden na overleg met
burgemeester en wethouders.
Artikel 8 overdracht activa/passiva
1. Alle activa en passiva van het gemeentelijk woningbedrijf A
zullen voor zoveel mogelijk per 31 december 1988 en voor het
overige zo spoedig mogelijk worden overgedragen aan de
woningbouwvereniging. Vanaf 31 december 1988 zijn alle
daaraan verbonden baten,lasten,rechten en verplichtingen -
hoe ook genaamd- ten voordele en voor rekening en risico van
de woningbouwvereniging,ook in het geval de overdracht op
een later tijdstip plaatsvindt.
- 5 -