S8S
gemeente Breda
nr. 237
De raad van de gemeente Breda;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op het bepaalde in artikel 4 Tijdelijke wet Kroongeschillen en de
artikelen 103 en 104 Wet op de Raad van State;
van het feit dat hij in verband met de vertraagde nadere advisering door de
schadebeoordelingscommissie niet voor 30 september 1989 opnieuw kan
beslissen over de verzoeken om vergoeding van planschade van de heer en
mevrouw Van Dael, Papegaaienlaan 8 te Wassenaar; de heer en mevrouw
Mosheuvel, Jacob Catssingel 15; de heer en mevrouw Wanrooij, Jacob
Catssingell7D. Juch, Sibeliuslaan 7; E. Polak, Slangenburgstraat 41; J.
Tebbe, Wolfsdonk 1 te Chaam; A. Smulders, Montenslaan 1; de heer en mevrouw
Heere, Beethovenlaan 3; mevrouw H. Jongstra-van Overveld, Ruitersboslaan 76;
C. Talboom, Montenslaan 3; H. van Heeswijk, Mendelssohnlaan 2; G. Rijnders,
Ruitersboslaan 45; P. Kuijpens, Beethovenlaan 4 en mevrouw F. Houben-Araud
Beethovenlaan 1.
geeft kennis:
Uitgesproken in de openbare vergadering van de
raad van de gemeente Breda dd. 28 september 1989
De raad voornoemd,
voorzitter