nr. 252
Na bestuurlijk en ambtelijk overleg (*4 en *5) hebben wij op 15
maart jl. (*6) besloten om de besluitvorming met betrekking tot
de herintreding voor te bereiden.
3.2 Motieven tot herintreding
De motieven, die aan Uw raadsbesluit van 7 december 1982 (*1)
ten grondslag lagen, waren van financiële en recreatieve aard.
In het voorstel van het recreatieschap nationaal park De Bies-
bosch wordt een drietal nieuwe elementen aangedragen, die een
heroverweging van de eerdere besluitvorming wenselijk maken.
Deze elementen zijn:
- het voornemen van de rijksoverheid om met extra middelen het
gebied De Biesbosch uit te bouwen tot een van de belangrijk
ste "wetlandgebieden" van West-Europa;
de voorwaarde hierbij van de rijksoverheid, dat een dergelij
ke ontwikkeling op regionaal niveau bestuurlijk en finan
cieel gedragen wordt;
het voorstel van het recreatieschap, dat de financiële conse
quenties de huidige afkoopregeling niet te boven gaan.
De zorg voor instandhouding en versterking van natuurwaarden
van dit gebied, gelegen ten Noord-Westen van Breda, belangt ook
de gemeente Breda aan.
Immers, de zorg voor het milieu houdt niet op bij de stadsgren
zen. De gemeente heeft als centrumgemeente een nadrukkelijke
zorg voor het milieu van de stadsregio, waarvan natuur en land
schap een wezenlijk onderdeel uitmaakt.
Daarbij is sturing in bestuurlijke zin een belangrijk instru
ment om een milieubesef uit te dragen.
Het verdient eveneens de aandacht, dat de gemeente Oosterhout
per 1 januari 1989 tot het recreatieschap is toegetreden.
4. Consequenties van herintreding
41 Algemeen
De consequenties van herintreding worden bepaald door de gemeen
schappelijke regeling die wordt aangegaan. Deze regeling da
teert van 12 en 14 september 1969 (goedgekeurd bij KB van 15
mei 1970 nr. 12) en gewijzigd d.d. 12 december 1988 (*6).
Deze consequenties zijn te onderscheiden in een financieel en
een bestuurlijk aspect.
4.2 Het financiële aspect
Met betrekking tot het financiële aspect stellen wij U voor de
gemeentelijke bijdrage te bepalen op een percentage van 5 (van
een nadelig saldo van een door de Kroon goedgekeurde rekening
van het schap) met een maximum gelijk aan dezelfde kosten, wel
ke gemaakt zouden moeten worden als gevolg van de afkooprege
ling. In concreto betekent dit een jaarlijkse bijdrage van
f 29.959,12.
Deze jaarlijkse bijdrage is bepaald in het overleg tussen het
recreatieschap en de gemeente Breda door van de afkoopsom ad
f 435.769,een rente-opbrengst te veronderstellen van 6,875%.
Deze restant-afkoopsom zal door het schap aan de gemeente Breda
dienen te worden terugbetaald.
Uit het vorenstaande blijkt, dat onder de vermelde condities
herintreding geen financiële gevolgen met zich meebrengt.
- 2 -