l°]iïil|
Indien partijen uiterlijk veertien kalenderdagen na de datum van verzending van
het als eerste verzonden voorstel geen volledige overeenstemming hebben bereikt
omtrent de hoogte van de nieuw te gelden rentevoet, zal in afwijking van het
bepaalde in artikel 4 het restant der leensom met rente en kosten op de eerst
volgende aflossingsverschijndag voor het geheel a 100 procent door geldnemer
worden afgelost.
Partijen zullen worden geacht omtrent een voorstel van geldgever tot herziening
van de rentevoet van de lening overeenstemming te hebben bereikt, indien geldne
mer niet binnen bovenvermelde termijn van veertien dagen, na de datum van ver
zending van dat voorstel, aantoont dat hij bij een andere financier een gelijk
soortige lening als de onderhavige met dezelfde modaliteiten, doch tegen een
lager effectief rendement van tenminste ééntiende procentpunt kan verkrijgen.
Artikel 4.
Algehele of gedeeltelijke vervroegde aflossing van de lening is gedurende de
gehele looptijd van de lening niet toegestaan.
Artikel 5.
Alle aan geldgever verschuldigde betalingen zullen geschieden op zijn kantoor te
s-Gravenhage of bij een nader door geldgever aan te wijzen betaalkantoor.
De betalingen zullen geschieden in Nederlands geld, zonder korting of schuldver
gelijking en zonder kosten voor geldgever.
De betalingen zullen gerekend worden allereerst te zijn geschied voor de voldoe
ning van de kosten, vervolgens van de boeten, daarna van de rente en het laatst
van de hoofdsom.
Artikel 6.
Indien geldnemer het aan rente of aflossing verschuldigde niet op tijd en
overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 zal hebben voldaan, zal hij aan geldge
ver, boven de in artikel 1 genoemde rente, betalen, als boete, een bedrag gelijk
aan vijf procent per jaar van het achterstallige bedrag over de tijd van de
nalatigheid.
Artikel 7.
Het onafgeloste deel van het bedrag van de lening is, met de rente en de kosten,
onmiddellijk opeisbaar
a. bij niet-nakoming door geldnemer van één of meer van de in deze akte
omschreven verbintenissen;
b. bij door hem gedaan verzoek tot verkrijging van surséance van betaling;
c. bij faillietverklaring van geldnemer;
d. bij eigen aangifte door geldnemer, als bedoeld in artikel 1 van de
Faillissementswet;
e. bij executoriaal beslag op eigendommen van geldnemer;
f. bij ontbinding of verlies van rechtspersoonlijkheid van geldnemer;
g. indien in de statuten/gemeenschappelijke regeling van geldnemer een wijziging
wordt aangebracht, die niet de instemming van geldgever heeft.
Geldnemer zal in gebreke zijn door het enkele feit van het voorvallen van één
van de vermelde gevallen van onmiddellijke opeisbaarheid, alsof hij bij
bevel of andere soortgelijke akte in gebreke was gesteld.
Artikel 8.
De belastingen, die van de rente van de lening als zodanig geheven mochten
worden, komen ten laste van geldnemer.