gemeente Breda
nr. 253 a
De raad van de gemeente Breda;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
gelet op artikel 6lal van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne;
besluit
vast te stellen de volgende verordening:
"verordening op de heffing en invordering van een afvalstoffenhef
fing"
Aard der hef
fing
Begripsom-
schrij vingen
Belasting
plicht
Artikel 1
Onder de naam "afvalstoffenheffing" wordt een be
lasting geheven als bedoeld in artikel 6lal van de
Wet algmene bepalingen milieuhygiëne.
In deze verordening wordt verstaan onder:
1. perceel:
een gebouwd onroerend goed - of een gedeelte daar
van - dat blijkens indeling en inrichting bestemd
is voor, alsmede als zodanig gebruikt wordt door,
een particuliere huishouding en waarvoor de in ar
tikel 3 van de Afvalstoffenwet opgenomen inzamel-
plicht geldt;
2. onverminderd het bepaalde in het eerste lid wordt
met perceel gelijkgesteld:
a. een sta-caravan, een woonboot, een woonwagen,
een demontabel zomer-/vakantiehuisje of wissel
woning, indien gebruikt door een particuliere
huishouding;
b. het door een particuliere huishouding als wo
ning gebruikt gedeelte van een gebouwd onroe
rend goed waarin een afzonderlijke elektrici
teitsmeter aanwezig is, welke rechtstreeks is
aangesloten op het elektriciteitsnet van de
N.V. Energie- en Waterbedrijf Breda.
3. Onder maand wordt verstaan een kalendermaand.
Artikel 3
1. Belastingplichtig voor de afvalstoffenheffing is
degene, die naar omstandigheden beoordeeld al dan
niet krachtens een zakelijk of persoonelijk recht
gebruik maakt van een perceel.
2. Gebruik door leden van een huishouding wordt aan
gemerkt als gebruik door het hoofd van die huis
houding. Voor de toepassing van dit artikel wordt
een samenwoning met een huishouding gelijkge
steld. Als hoofd van de huishouding in het geval
- 1 -