nr. 255
Omtrent de omvang van de bijdrage meent ons college dat een bij
drage van f 2.000,een redelijke bijdrage is in de kosten die
bij een verhuizing gemaakt dienen te worden. Weliswaar is dit
bedrag in veel gevallen wellicht niet kostendekkend, doch een
verhuizing komt over het algemeen ook niet plotseling. Mensen
zijn in de regel al geruime tijd geregistreerd als woningzoe
kende, zodat zij ook - in beperkte mate - voor de kosten daar
van kunnen reserveren. Ons college heeft om die reden gekozen
voor een bijdrage van genoemd bedrag.
Ten aanzien van de uitbetaling bepaalt artikel 6, eerste lid
van de regeling, dat betaling plaatsvindt na overlegging van de
betreffende nota's. Hiermee sluit ons college aan bij de syste
matiek van de Algemene bijstandswet, waarmee enerzijds wordt be
reikt dat een bijdrage wordt verstrekt voor de werkelijke kos
ten, indien die lager zijn dan het maximum van de bijdrage, ter
wijl hiermee anderzijds hiermee voorkomen, dat de bijdrage niet
besteed zou worden voor het doel waarvoor die wordt verstrekt.
Om echter in individuele gevallen te voorkomen, dat de burger
in moeilijkheden geraakt, is in het tweede lid bepaald, dat
hierop een uitzondering kan worden gemaakt op grond van indivi
duele omstandigheden. Hierbij valt te denken aan burgers die op
dat moment geen of nauwelijks middelen hebben om de kosten van
verhuizing en inrichting "voor te financieren".
De commissie sociale zaken, maatschappelijke dienstverlening en
samenlevingsopbouw kan zich met dit voorstel verenigen.
M.P.W.C. van
F.M. Feij
Burgemeester
burgemeester
secretaris
2