nr. 258 b - 2 - Artikel 4 Koper verplicht zich vóór uiterlijk 1 maart 1990 met de bouw van het kruisgebouw een aanvang te nemen. Artikel 5 Ingeval de koper de hem in de bepalingen 4 en 5 opgelegde verplich ting niet nakomt, verbeurt hij aan de gemeente een direct opeisbare en niet voor matiging vatbare boete van 100,(zegge: honderd gulden) voor elke dag dat de niet-nakoming voortduurt, onverminderd de bevoegdheid van de gemeente in rechte nakoming en/of vergoeding van (meerdere) schade, kosten en interessen te vorderen. Artikel 6 De gemeente geeft bij verkoop van de bouwgrond geen zogenaamde "gifvrij" of "schone grond" verklaringen af, doch handelt conform de op 31 oktober 1984 gepubliceerde gedragslijn van de gemeente Breda ten aanzien van vrijwaringsclausules bodemverontreiniging, die koper bekend is. Artikel 7 Koper verklaart kennisgenomen te hebben van het bij dit besluit behorende als zodanig gewaarmerkte rapport (dd. 28-02-1989-13719) van het indicatieve bodemonderzoek zoals dat ter plaatse is verricht door de milieudienst van de gemeente Breda. Eventueel nader onderzoek komt voor de rekening van de koper. Artikel 8 Bij ingebruikname van de grond wordt koper geacht deze volledig te kennen en deze te aanvaarden als bouwrijpe grond, zodat koper alsdan geen aanspraak kan maken op enige vergoeding van enigerlei schade wegens structuur, gesteldheid, verontreiniging enz. van de bodem. Artikel 9 a. De gemeente Breda verplicht zich zorg te dragen voor de aanleg van de beschoeiing van het op tekening nr. 59192 met arcering aangegeven talud. b. Koper en diens rechtsopvolgers verplicht(en) zich zorg te dragen voor het onderhoud van deze beschoeiing en het water tot 1,5 m uit de beschoeiing. c. Koper en diens rechtsopvolgers dient (dienen) bij de aanleg van de tuin, er rekening mee te houden dat de waterspiegel de bovenkant van de beschoeiing met ca. 50 centimeter kan overschrijden. d. Koper en diens rechtsopvolgers doen afstand van alle aan spraken die zij tegenover de gemeente Breda zouden kunnen doen gelden, wegens schade welke in enigerlei verband met de variabele waterstanden en/of de aanlegwerkzaamheden van de beschoeiing is ontstaan. Zij vrijwaren de gemeente voor alle vorderingen van derden tot vergoeding van schade, welke in enigerlei verband staat met de variabele waterstanden en/of deze aanlegwerkzaamheden, tenzij de schade is ontstaan door of de vordering voortspruit uit schuld aan de zijde van de gemeente

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 1240