aan de raad der
gemeente Breda
Voorstel van burgemeester en
wethouders de nota "Concordia -
podium van morgen" in beginsel
vast te stellen i.e. in beginsel
de renovatie nieuwbouw volgens
model 2 te realiseren
Wlz/89700 7997
In december 1988 hebben wij uw raad een beleidnotitie Kunst en
Cultuur voorgelegd, waarin de beleidsvoornemens voor de
middellange termijn werden gepresenteerd.
In deze notitie werd een hoge prioriteit toegekend aan het
formuleren van het beleid op het gebied van de podiumkunsten en
de consequenties die daaraan verbonden zouden zijn.
Ons college zegde uw raad een aantal deelnota's toe in 1989 met
betrekking tot de verschillende beleidsterreinen.
Ten aanzien van een nota over de podiumkunsten werd afgesproken
deze in april 1989 te doen verschijnen.
Een werkgroep onder leiding van de portefeuillehouder cultuur
heeft begin april jl. de nota "Concordia-podium van morgen" aan
ons college aangeboden.
Wij bieden u deze nota thans aan.
Ten aanzien van de beleidsbepaling omtrent de podiumkunsten is
een aantal voorwaarden uitgangspunt geweest bij de beschrijving
van dit werkveld.
Zowel ons college als uw raad stelden op basis van
bovengenoemde beleidsnotitie kunst en cultuur vast, dat een
vernieuwde stadsschouwburg een aantal kernelementen zou moeten
bevatten
een grote zaal, een middenzaal, een filmhuis en een
theatercafé. Daarnaast diende bijzondere aandacht te worden
besteed aan de positie van de horeca binnen de organisatie.
In de nota "Concordia-podium van morgen" heeft de werkgroep
concreet vastgelegd hoe de theaterstructuur er voor Breda in de
toekomst uit kan zien.
Daartoe werden 2 modellen onderzocht, waarbij de hierboven
genoemde uitgangspunten als basis hebben gegolden.
Het le model betreft een aanzienlijke nieuwbouw tussen
toneeltoren en het historische front. Dat model levert een
grote zaal, een middenzaal, een filmhuis en een theatercafé op.
Dit model werd ontwikkeld op basis van de eerder door uw raad
vastgestelde beleidsnotitie.
Het 2e model gaat veel verder: de grote zaal krijgt een omvang
van 1000-1200 zitplaatsen, er komen 2 filmhuizen, een
marge-theater (door samensmelting met Para) en een goed
ge-outilleerde middenzaal.
Beide modellen mogen beschouwd worden als resultaten van de
beleidsbepaling ten aanzien van de podiumkunsten, waarbij model