Ministerie van )ff )f C
Welzijn,
Volksgsiondhoid en
Cultuur
Blad
5
Kenmerk
OBT/QA-U-11975
In de uitgangpunten van het beleid ten aanzien van de opvang van
asielzoekers wordt zeer nadrukkelijk de voorkeur gegeven aan
huisvesting van asielzoekers in een geraeente boven de opvang in een
asielzoekerscentrum
Mede cm die reden is de verblijfsduur van asielzoekers in een asiel
zoekerscentrum gebonden aan een maximale termijn van als regel 9
weken. Voor de duur van deze termijn is bij de ontwikkeling van de
Regeling opvang asielzoekers gekozen vanuit de veronderstelling dat
het mogelijk zou zijn binnen 9 weken de asielprocedure tot en met een
eventueel kort geding te doen afwikkelen. Daarmee zou kunnen worden
voorkomen dat in gemeenten asielzoekers worden gehuisvest die na
enkele dagen/weken weer zouden moeten vertrekken.
In de praktijk blijkt het echter meestal niet mogelijk csm de
procedure voor die asielzoekers, van wie de aanvraag wordt afgewezen,
binnen deze termijn af te ronden.
De bestaande beroepsprocedures brengen met zich mee dat het verblijf
in Nederland langer duurt dan de bovengenoemde 9 weken.
Hoewel mijnerzijds alles in het werk wordt gesteld de huisvesting
van asielzoekers zorgvuldig te regelen, zijn - zonder een prin
cipiële wijziging van het opvangroodel - situaties in de gemeenten
zoals hierboven beschreven niet te vermijden.
Wat betreft de herhuisvesting van asielzoekers deel ik de klacht van
de gemeenten over het tijdbeslag dat dit van hen vergt. Ook van mijn
ambtenaren vragen deze verzoeken veel tijd en aandacht.
Wel ben ik van mening, dat het gegeven dat 95% van alle asielzoekers
nooözakelijkerwij s eerst wordt opgevangen in een asielzoekerscentrum
ertoe bijdraagt, dat de huisvesting in gemeenten minder problemen
cplevert dan wanneer alle asielzoekers direct in een gemeente
gehuisvest zouden worden. Door een eerste opvang van alle asiel
zoekers in een AZC bestaat de mogelijkheid voor enige regulering,
welke in de loop der tijd steeds meer geënt zal zijn op kennis en
ervaring inzake de vraag wie waar gehuisvest moet worden.
Hierboven heb ik reeds vermeld, dat ik in een extra uitgave van het
informatiebulletin "Opvang Vluchtelingen en Asielzoekers" uitgebreid
heb aangegeven welke criteria gehanteerd worden bij de (her) huis
vesting van asielzoekers. Daarin heb ik tevens uiteen gezet, dat aan
verzoeken cm herhuisvesting slechts in uitzonderingsgevallen kan
worden voldaan. Alleen al het aantal beschikbare gemeentelijke
opvangplaatsen noopt daartoe.'