OBT/QA-U-11975 behulpzaam te zijn deze informatie te stroomlijnen, zijn verschil lende formulieren artwikkeld. Ontrent de inhoud daarvan bestaat geen onduidelijkheid meer. De huidige redactie van het "aanvraagtorniilier Rijksbijdrage" heeft tot gevolg, dat conform gemeentelijke richtlijnen ondertekening smet plaatsvinden door Burgemeester en Wethouders. Een lange weg, waardoor de inforaatie ook te laat bij het Ministerie binnenkant. De administratieve en financiële uitvoering kan binnen de gemeenten, indien de gemeente dat wenst, gedelegeerd zijn aan hoofden van diensten c.q. afdelingen. Daarom zullen de formulieren zo worden aangepast dat deze ondertekend kunnen worden door een bevoegd ambtenaar, die belast is met de uitvoering van de opvang van asielzoekers. 2. De centrale opvara 2.1. pe rol van de opvangcentra Er zijn thans 10 asielzoekerscentra (AZC's) verspreid over het hele land. Een van deze centra heeft vooralsnog een tijdelijk karakter. De totale capaciteit van deze oentra is 1980 opvangplaatsen, exclusief de reservecapaciteit welke noodzakelijk is cm een A2C te laten functioneren. Na de geplande aanpassing c.q. uitbreiding zal deze capaciteit stijgen tot 2210. De centrale opvang is bedoeld ter regulering van de instroom van asielzoekers in de gemeenten, wanneer directe gemeentelijke opvang niet mogelijk is. Uit de praktijk blijkt dat 95% van de asielzoekers die ons land binnenkcrnen, eerst in een A2C moet worden opgevangen, alvorens in een gemeente gehuisvest te kunnen worden. De gemeenten zijn cm zeer praktische redenen niet in staat onmiddellijk opvang te verzorgen. Bovendien is de toestroom van asielzoekers naar ons land zo groot, dat alleen daardoor al de onmiddellijke huisvesting van asielzoekers in een gemeente niet haalbaar is. Het rapport consta teert, dat de huidige praktijk aanleiding is an de rol van de AZC's in het opvangbeleid aan de orde te stellen. De rol die de centrale opvang in de praktijk speelt, vereist in het licht van de uitgangspunten van de RQA een zorgvuldige afweging van de verschillende belangen. Gebleken is dat het voor veel, met name de wat kleinere, gemeenten problemen oplevert cm asielzoekers direct, d.w.z. op de dag van aankomst in Nederland, op te vangen. Daarnaast willen gemeenten liever geen asielzoekers huisvesten die al na enige weken het land uit moeten. Ministerie van V» v C Welzi in. Volksgezondheid en Cultuur Bl«d •7 Kenmerk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 1297