OBT/QA-U-11975 Wvc In het. evaluatierapport wardt opgemerkt dat bij de verhuizing van een asielzoeker naar een gemeente niet de nieuwe adressen van asielzoekers aan de advocaten eiVof andere juridische hulpverleners worden doorgegeven. Ik was en ben van mening, dat ik uit oogpunt van bescherming van de privacy van de asielzoekers niet de vrijheid mag nemen cm zender toestemming van de betrokkenen adressen aan derden door te geven. De asielzoeker dient zelf de adreswijziging door te geven aan diegene van wie hij of zij hulp en ondersteuning wenst te ontvangen. Op dit punt is met de Orde van Advocaten de afspraak genaakt, dat de directeur van een AZC de adreswijziging aan de advocaat Jan doorgeven na een daartoe door de asielzoeker ondertekende machtiging. 3. Beëindiging van de I^-verstrekkireen In' het evaluatierapport wordt aandacht gevraagd voor twee soorten problemen die kunnen ontstaan na af loep van de justitiële procedu res. 3.1. De eerste categorie prebieren wordt veroorzaakt door het feit dat een aantal asielzoekers dat een finale afwijzende beslissing heeft gekregen niet verwijderd kan worden. In de meeste gevallen wordt dit veroorzaakt doordat de desbetreffende asielzoekers niet over de geëigende reis- en identiteitsdocumenten beschikken. Deze mensen blijven vaak op het "PCA-adres" wonen terwijl zij dat adres krachtens de RQA moeten ontruimen cp de dag waarop zij Nederland hadden moeten verlaten. Het Kabinet heeft het voorneroen voor 1990 financiële middelen ter beschikking te stellen, zodat de RQA voor deze groep mensen blijft opengesteld voor een maximale termijn van twee maanden, te rekenen vanaf de dag, waarop zij het land hadden moeten verlaten, indien althans de asielzoeker meewerkt aan het verkrijgen van de nodige reisdocumenten. Voor de gemeenten is deze beslissing van belang ctrriat zij anders naar vervangende woonruimte moeten zoeken voor mensen van wie onzeker is hoelang zij nog in Nederland zullen blijven. De plaatselijke vreemdelingendienst en het Ministerie van Justitie zien erop toe, dat de nodige initiatieven voor het verkrijgen van deze reisdocumenten worden endemomen. Indien de asielzoeker onvoldoende medewerking verleent tot het verkrijgen van de documen ten, wordt de RCA-verstrekking terstond beëindigd. Cp dat manerrt kan de asielzoeker ook niet in aanmerking kanen voor andere uitkeringen. Ministerie van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur Blad •10 Kenmerk

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 1302