2 nr. 16 In overleg met de Stichting Ouderenwerk/de Indicatiecommissie en de besturen van de verzorgingstehuizen is vervolgens een voorstel voor een uniforme procedure voor de toewijzing van aanleunwoningen ontwikkeld. In feite werd met dit voorstel aan de reeds bestaande toewijzingsprocedure een meer formele grondslag gegeven. Een centrale adviserende rol was hierbij toegekend aan de Indicatiecommissie. Aanleunwoningen betreffen een schaars en, in verband met de vergrijzing, nog schaarser wordend goed, waarbij als criteria voor toewijzing onder meer werden gesteld dat men, in combinatie met vanuit het tehuis te bieden dienstverlening, nog zeker vijf jaar een zelfstandige huishouding kon voeren; daarbij tevens echter de verwachting dat op langere termijn opname in het tehuis waarschijnlijk zou zijn. Een dergelijke beoordeling en advisering kan alleen worden geboden door een daartoe geëquipeerde instel ling als de Indicatiecommissie. Van de reguliere toewijzingsmethodiek waarmee de Stichting Woonruimteverdeling Breda kandidaten selecteert en voordraagt maakt een dergelijke beoordeling en advisering geen deel uit. Op 23 oktober 1986 tenslotte is ons college schriftelijk mededeling gedaan van de instemming van alle afzonderlijke betrokken tehuizen met het genoemde voorstel Een vereiste voor het verlenen van een woonvergunning bestaat in het als woningzoekende ingeschreven staan bij de Stichting Woonruimteverdeling Breda. Op 3 april 1985, voor de daadwerkelijke inwerkingtreding van de Woonruimtewethad het bestuur van de Stichting Woonruimteverdeling besloten om kandidaten voor aanleunwoningen niet meer als woningzoekende in te schrijven. Op ons verzoek van 26 januari 1987 heeft het bestuur van de Stichting Woonruimteverdeling Breda ons college op 25 februari 1987 schriftelijk meegedeeld genoemd besluit terug te nemen en woningzoekenden met de wens aanleunwoning weer opnieuw als zodanig te registreren. De steunpuntwoninqen Ongeveer tegelijkertijd was er echter een geheel nieuwe categorie woningen in ontwikkeling: de steunpuntwoningen. Zoals hiervoor al aangegeven: geheel zelfstandige huurwoningen voor ouderen, die eigendom zijn van de woningbouw verenigingen en in verbinding staan met een zogenaamd steunpunt. Vanuit dit steunpunt kan aan de bewoners van de steunpuntwoningen direct gecoördineerde hulpverlening worden geboden door onder meer gezinszorg en kruiswerk. Net als aanleunwoningen zijn steunpuntwoningen derhalve een tussenvorm tussen volledig zelfstandig en volledig verzorgd wonen voor ouderen/bejaarden. Naast het verschil dat aanleunwoningen in eigendom zijn bij de verzorgings tehuizen en de steunpuntwoningen eigendom zijn van de woningbouwverenigingen bestaat een tweede belangrijk verschil in het gegeven dat vanuit de aanleun woningen doorstroming naar het verzorgingstehuis wordt gegarandeerd; vanuit de steunpuntwoningen wordt een dergelijke garantie niet geboden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 133