nr. 279
De onroerend-goedbelastingen worden sinds het belastingjaar
1985 geheven naar de grondslag waarde in het economische
verkeer naar de toestand op 1 januari 1984.
In artikel 273 van de gemeentewet is bepaald dat de
heffingsgrondslag moet worden vastgesteld naar de toestand bij
het begin van het belastingjaar, dan wel naar de toestand op
een bij de belastingverordening te bepalen, ten hoogste 5 jaren
eerder vallend tijdstip, met dien verstande dat een aldus
vastgestelde heffingsgrondslag wordt toegepast voor ten hoogste
5 achtereenvolgende belastingjaren.
De grondslag waarde in het economische verkeer naar de toestand
1 januari 1984 kan gebruikt worden tot en met het belastingjaar
1989. Daarom ook is de thans vigerende "verordening onroerend-
goedbelastingen 1985" slechts koninklijk goedgekeurd tot en met
31 december 1989.
Om de heffing van de onroerend-goedbelastingen in het
belastingjaar 1990 en volgende jaren mogelijk te maken, zal Uw
Raad een belastingverordening dienen vast te stellen waarin
nieuwe bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot de
peildatum van de heffingsgrondslag.
In de vergadering van Uw Raad van 18 december 1986 hebben wij
reeds mededeling gedaan van het feit dat voor de heffing van
deze belastingen voor het jaar 1990 en volgende jaren nieuwe
grondslagen moeten worden vastgesteld.
Bepaling nieuwe peildatum van de heffingsgrondslagen.
Over de wijze waarop wij deze nieuwe grondslagen zullen doen
vaststellen en het bepalen van de nieuwe peildatum hebben wij
U in genoemde vergadering toestemming gevraagd. Uw Raad heeft
vervolgens besloten akkoord te gaan met de voorgestelde
wijze van vaststelling van de nieuwe grondslagen en voor
hantering van de peildatum 1 januari 1989.
Resultaten van herwaardering.
Uit de gegevens van de onroerend-goedbelastingbestanden voor
het belastingjaar 1989 blijkt dat de totale waarde in het
economische verkeer per 1 januari 1984 bedraagt
f.6.625.203.000.--
In de totale waarde is (afgerond) 62% begrepen voor de woningen
of f. 4.104.093.000
en 38% voor de bijzondere gebouwen, te
weten voor de losse garages f. 46.809.000
en voor de kantoren, fabrieken,
winkels, scholen, magazijnen
e.d. - 2.474.301.000
- 2.521.110.000
Totaal f. 6.625.203.000
Uit de thans beschikbare resultaten van herwaardering blijkt
dat de waarde van de woningen van 1 januari 1984 tot 1 januari
1989 met 18% is toegenomen en de waarde van de bijzondere
gebouwen, met uitzondering van de losse garages met 15% is
vermeerderd
-3-