nr. 279a
In afwijking in zoverre van het bepaalde in de
leden 1 tot en met 3 wordt met betrekking tot
het onroerende goed dat tot woning dient en deel
uitmaakt van een op de voet van de Natuur-
schoonwet 1928 (Stb. 63) aangewezen landgoed, de
waarde in het economische verkeer bepaald met
inachtneming van een onderstelde verplichting om
dat goed gedurende een tijdvak van 25 jaren als
zodanig in stand te houden en geen opgaand hout
te vellen anders dan volgens de regelen van
normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk
is
Artikel 5
Voor de belastingjaren 1990 tot en met 1994
wordt de heffingsgrondslag vastgesteld naar de
toestand op 1 januari 1989.
Indien de waarde in het economische verkeer na
1 januari 1989 wijziging heeft ondergaan als
gevolg van, hetzij bouw, daaronder begrepen
verbouwing of afbraak, hetzij verandering van
bestemming, wordt de heffingsgrondslag opnieuw
vastgesteld naar de onderstelde waarde in het
economische verkeer, welke in aanmerking zou
zijn genomen indien de bouw, afbraak of bestem
mingsverandering zijn beslag had gekregen op het
in het eerste lid genoemde tijstip.
Alsdan treedt die opnieuw vastgestelde heffings
grondslag in de plaats van die, welke op de voet
van het eerste lid laatstelijk is vastgesteld en
vindt voor het eerst toepassing voor het belas
tingjaar volgende op dat waarin die wijziging
van de waarde in het economische verkeer is in
getreden
Artikel 6
Voor elke volle f 3.000,-- van de heffings
grondslag bedraagt de belasting bedoeld in:
artikel 1, eerste lid, letter a f 5,42
artikel 1, eerste lid, letter b f 6,77
Belastingaanslagen van minder dan f 20,-- worden
niet opgelegd. Voor de toepassing van de vorige
volzin wordt het totaal van op één aanslagbiljet
verenigde belastingaanslagen aangemerkt als één
belastingaanslag