nr. 279e
8. Ten aanzien van de belastingplichtige die zich
in de tweede helft van een belastingjaar in deze
gemeente vestigt en aan wie in de gemeente van
herkomst over dit gedeelte van het belastingjaar
een aanslag is opgelegd naar hetzelfde aantal
honden waarvoor hij belastingplichtig is, wordt
over dit gedeelte van het belastingjaar geen
belasting geheven.
9. De belasting wordt niet geheven voor honden die
in de loop van het belastingjaar aan een andere
houder in de gemeente overgaan en waarvoor een
aanslag over dat belastingjaar is opgelegd. Het
vorenstaande is niet van toepassing op honden
verkregen na 30 juni van het belastingjaar,
indien voor die honden het zevende of achtste
lid van toepassing is.
Artikel 3
Belasting- Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar,
j aar
Artikel 4
Grondslag De grondslag voor de belasting is het aantal
van de be- honden, dat de belastingplichtige houdt,
lasting
Artikel 5
Belasting- 1. De belasting bedraagt per jaar voor de
tarief eerste hond f 90,50
en voor elke volgende hond f 146,50
2. Voor honden gehouden in kennels, inge
schreven bij de raad van beheer op ky-
nologisch gebied in Nederland alsmede
gehouden in ondernemingen voor handel
in honden, in het bezit van een vergun
ning, als bedoeld in artikel 2 van de
Wet op de dierenbescherming (wet van
25 januari 1961, Stbl19) bedraagt de
belasting per jaar, per kennel/onder
neming f 591,00
Artikel 6
Ontheffing De belastingplichtige die tussen 1 januari en 1
juli van het belastingjaar ophoudt houder van een
hond te zijn, doordat het dier is gestorven, het
dier voorgoed de gemeente heeft verlaten of in
andere handen is overgegaan, zonder dat in de loop
van hetzelfde belastingjaar opnieuw belastingplicht
intreedt, wordt voor de helft van de voor de hond
geheven belasting ontheffing verleend.
- 2 -