wethouders voor de uitvoering van deze verordening aangewezen ambtenaren. Artikel 4 Burgemeester en wethouders kunnen een of meer gemeente ambtenaren aanwijzen, die in hun plaats treden met betrek king tot de uitvoering van enige wettelijke bepaling betreffende de heffing en invordering van de in deze verordening genoemde belasting. Artikel 5. 1. Artikel 17, tweede lid, van de Wet van 22 mei 1845, op de invordering van 's-Rijks directe belastingen (Stbl. 1926, 334) zoals dat lid luidde voor de inwerkingtreding van de Wet van 26 maart 1987 tot berekening van rente inzake belastingen en premies volksverzekeringen (Stbl. 1987,120) blijft van toepasssing tot 1 januari 1997. 2. Voor de berekening van interest als bedoeld in de in het eerste lid bedoelde bepaling, vinden de krachtens die bepaling gegeven regelen inzake rijksbelastingen zoals die golden tot en met 31 maart 1987, overeenkomstige toepassing. 3. De artikelen 18 tot en met 18c van de Wet van 22 mei 1845 blijven buiten toepassing tot 1 januari 1997. Artikel 6. Deze verordening kan worden aangehaald als "Marktgeldenveror- dening 1990" Artikel 7. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag van de maand volgende op die, waarin de koninklijke goedkeuring is verleend. Op het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening vervalt de thans geldende "Marktgelden verordening 1976", met dien verstande dat deze verordening van kracht blijft ten aanzien van de marktgelden die voor dat tijdstip verschuldigd waren Aldus vastgesteld in zijn nr. 279f

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 1404