aan de raad der
gemeente Breda
nr. 281
Ow/897912863
Voorstel tot:
2.
1.
3.
4.
vaststelling van het meerjarenplan
stadsvernieuwing
vaststelling van de verdeling van de
gelden voor 1990;
vaststelling van het inspraakrapport;
vaststelling van het volumebesluit
stadsvernieuwing 1990.
Hierbij bieden wij u het meerjarenplan stadsvernieuwing: "Stadsvernieuwing
in Breda 1990-1994" aan met het inspraakrapport.
Evenals in 1988 bereikt dit rapport u tegelijkertijd met de begroting voor
1990.
In dit meerjarenplan schenken wij naast de verdeling van de gelden uit het
fonds stadsvernieuwing voor 1990 vooral aandacht aan de financiële situatie
van het fonds en het wegwerken van de oude posten in het fonds stadsvernieu
wing. Verwezen wordt tevens naar het overzicht van de stand van zaken
stadsvernieuwingsfonds per 14 september 1989, waarvan de commissie volkshuis
vesting en stadsvernieuwing kennis heeft genomen.
In de nota is de verdeling van de gelden voor 1990 van het fonds stadsver
nieuwing opgenomen. Op 1 oktober is door het rijk meegedeeld, dat de defi
nitieve storting in het fonds 9.226.312,00 zal bedragen.
Deze bijdrage verschilt aanzienlijk met de bijdrage zoals die in het voor
jaar van 1989 was geraamd op basis van de toenmalige gegevens. Ten opzichte
van 1989 zijn er drie oorzaken die aan dit verschil hebben bijgedragen:
1. Met ingang van 1990 is de verdeelsleutel van de gelden over de
gemeenten gewijzigd. De gemeente Breda ontvangt vanaf 1990 9,43 0/00 in
plaats van 8,9 0/00 van het landelijk fonds.
2. Het rijk heeft om financiële redenen besloten om 100 miljoen gulden
niet in 1990, maar pas in 1991 uit te keren.
3. Met ingang van 1990 is de regeling verhuis en herinrichtingskosten in
het fonds stadsvernieuwing opgenomen. In 1989 was in de rijksbegroting
hiervoor 170 miljoen gulden opgenomen. Het rijk heeft besloten om in
1990 slechts 70,6 miljoen gulden toe te voegen aan het fonds stadsver
nieuwing en 99,2 miljoen gulden achter te houden om overgangsverplich
tingen uit te kunnen betalen.
Om deze redenen is de totale landelijk beschikbare bijdrage slechts 978,4
miljoen gulden, waarvan Breda 9,43 0/00 ontvangt.
In verhouding met de geraamde bijdrage in het concept-plan betekent dit een
tekort van 273.688,00.
Wij stellen u voor de bewoners dezelfde vergoeding voor de kosten van
verhuis- en herinrichting te geven als in 1989. Op basis van de nu bekende
gegevens is daarvoor 622.296,00 benodigd.
Wij stellen u voor de verdeling in het concept-plan van de activiteiten aan
te houden en voor de verhuis- en her inrichtingskosten 622.300,00 op te
nemen