aan de raad der
gemeente Breda
BJZ/896811727
nr. 285
Voorstel tot wijziging van
de Algemene politieverorde
ning 1978 met betrekking tot
standplaatsen
Het met betrekking tot standplaatsen door ons college tot nu
toe gevoerde beleid is voornamelijk vastgelegd in de "Nota
standplaatsen" d.d. 28 augustus 1978.
Sedert vaststelling van die nota is veel jurisprudentie versche
nen waaruit eisen kunnen worden afgeleid die de administratieve
rechter stelt aan het beleid van gemeenten rond standplaatsen.
Die jurisprudentie is aanleiding geweest om het beleid in deze
te herformuleren. Daartoe hebben wij op 31 oktober 1989 een
nieuwe nota getiteld "Beleidsnota standplaatsen" vastgesteld.
Deze nota is ter kennis gebracht van ce commissies Algemene
zaken en Economische zaken en werkgelegenheid.
Een van de beleidspunten uit deze nieuwe nota zie punt a.
pag. 3) is, dat bij het toewijzen van standplaatsen rekening
wordt gehouden met diverse publiekrechtelijke belangen.
De algemene publiekrechtelijke regeling met betrekking tot
standplaatsen, te weten artikel 24 van de Algemene politiever
ordening 1978, is ondergebracht onder hoofdstuk III, getiteld
Openbare orde, van die verordening. Gelet hierop mag bij de
uitvoering van dat artikel eigenlijk uitsluitend rekening wor
den gehouden met het aspect openbare orde.. Teneinde onomstote
lijk vast te stellen, dat met meerdere belangen rekening mag
worden gehouden, verdient het dus aanbeveling artikel 24 te
wijzigen
De hiertoe voorgestelde wijziging is gebaseerd op de model Al
gemene plaatselijke verordening van de Vereniging van Neder
landse Gemeenten.
Gelet op een en ander stellen wij U voor om te besluiten tot
wijziging van artikel 24 van de Algemene politieverordening
1978, conform bijgevoegd ontwerp-besluit
De commissie Algemene zaken kan zich met dit voorstel vereni
gen
Burgemeester en wethouders van Breda,
F.M. Feij
M.P.W.C. van Veen
ligt ter inzage.
burgemeester.
Secretaris.