3. Indien de deelnemende gemeenten een bijdrage in de kosten zijn verschuldigd geschiedt de afrekening jaarlijks achteraf aan de hand van de voorlopige vaststelling van de rekening van de gemeentelijke sociale dienst van de gemeente Breda, binnen één maand nadat deze rekening aan de deelnemende gemeenten is toegezonden. Artikel 8. 1. Deze overeenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde tijd. 2. Tenzij partijen -met inachtneming van het bepaalde in artikel 3, lid 1-, anders overeenkomen, kan ieder van de partijen deze overeenkomst opzeggen tegen 1 januari van enig jaar, doch met een opzegtermijn van tenminste twee jaren. 3. Deze overeenkomst eindigt voorts, terstond, wanneer ten gevolge van maatregelen en/of regelingen van hogere overheden het Bureau Bijzonder Onderzoek overbodig wordt c.q. wordt opgeheven. 4. Behoudens het bepaalde in het vorige lid kunnen burgemeester en wethouders van Breda besluiten tot opheffing van het Bureau Bijzonder Onderzoek. In dat geval geven zij tenminste zes maanden van tevoren aan de gemeente kennis van het voornemen van een dergelijk besluit. Opheffing van het Bureau Bijzonder Onderzoek brengt beïndiging van de overeenkomst mede. Artikel 9. Ingeval van beïndiging van de overeenkomst door opzegging van de gemeente overeenkomstig artikel 8, lid 2, alsook bij beïndiging van de overeenkomst ingevolge lid 3 van genoemd artikel, blijft de gemeente gehouden naar evenredigheid bij te dragen in de kosten van het door de opzegging overbodig geworden personeel en in de kosten van wachtgeld e.d. Artikel 7 is daarbij van overeenkomstige toepassing. Artikel 10. Deze overeenkomst werkt terug tot 1 januari 1989. Met deze overeenkomst vervallen eerder aangegane overeenkomsten. Aldus overeengekomen en getekend te Breda en op 1989, respectievelijk 1989 De burgemeester van Breda, De burgemeester van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 1442