aan de raad der gemeente Breda BJZ/896813459 nr. 289 Voorstel van burgemeester en wethou ders tot instelling van een vertrou wenscommissie burgemeestersbenoeming alsmede tot vaststelling van een verordening terzake. Zoals bekend is bij Koninklijk Besluit van 26 oktober 1989, aan de heer drsF.M. Feij eervol ontslag verleend als burgemeester van Breda. Met het oog op de nieuw te benoemen burgemeester kan Uw raad een zogenaamde vertrouwenscommissie instellen, die de com missaris der Koningin in de provincie Noord-Brabant in kennis stelt van haar standpunt met betrekking tot de kandidaten voor de benoeming. De samenstelling, de taak en de werkwijze daarvan, alsmede de te betrachten geheimhouding moeten alsdan bij afzonderlijke verordening worden geregeld. Immers, het Reglement van orde voor de vergaderingen van de raad voorziet niet in de instelling en regeling van een dergelijke commissie. Over het instituut vertrouwenscommissie valt in algemene zin het volgende op te merken Bij circulaire van 19 april 1983, nr. BK 83 1287, gericht aan de commissarissen der Koningin, heeft de minister van Binnenlandse Zaken richtlijnen uitgevaardigd die bij het instellen e.d. van een vertrouwenscommissie in acht moeten worden genomen In 19-38 heeft de minister van Binnenlandse Zaken eer, rapport aan de Tweede Kamer der Stat.en-Generaal overgelegd, waarin het functioneren van vertrouwenscom missies vanaf 1 januari 1983 is geëvalueerd Overigens heeft deze evaluatie geen aanleiding gegeven bedoelde ministeriële richtlijnen aan te vullen c.q. te wijzigen, r De commissaris der Koningin verstrekt de vertrouwenscommis sie op haar verzoek een selectie van kandidaten, die naar zijn oordeel geschikt zijn voor benoeming in de vacature, met de naar zijn oordeel wenselijke persoonlijke gegevens, zodat de vertrouwenscommissie de kandidaten kan benaderen en uitnodigen voor een gesprek. Duidelijkheidshalve zij opge merkt dat de kandidaten bezwaar kunnen maken tegen het doorgeven van hun naam aan de vertrouwenscommissie zonder dat zulks nadelige gevolgen voor hun kandidatuur heeft. De commissaris der Koningin betrekt de hem door de vertrouwenscommissie medegedeelde opvattingen bij zijn aanbeveling; de op schrift gestelde opvattingen voegt hij bij deze aanbeveling. Voorts zal de minister van Binnenlandse Zaken, indien bij de

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 1445