nr. 293
3.2. Stand van zaken
Wij hebben in mei 1988 ingestemd met de nota Buurtbeheer en
daarmee Brabantpark en Kesteren/Muizenbercr aangewezen voor
het experiment Buurtbeheer. De uitvoering van dit voornemen
is gestart in november 1988. Hierbij zij opgemerkt dat in
Brabantpark het noordelijk deel vanaf de Antiloopstraat tot
de spoorlijn wordt meegenomen in de nota over de Spoorzöne.
Aanvankelijk was het de bedoeling De Driesprong en de Molukse
buurt, vanwege de specifieke problematiek aldaar, apart te
benaderen. Echter het bewonerscomité van de Driesprong
gesteund door de bewoners, heeft ons een zwartboek aangeboden
en daarbij nadrukkelijk gevraagd hen op dezelfde wijze als de
andere subbuurten in Brabantpark te laten participeren in het
proces van buurtbeheer. Voorlopig willen wij dit verzoek
honoreren, waarbij wij in de volgende fase van het proces, de
detailleringsfase, willen bezien of de kaders van buurtbeheer
toereikend blijken om de in deze subbuurt gesignaleerde
problemen adequaat op te lossen.
In beide buurten is een globale inventarisatie gemaakt van de
huidige situatie. Daaruit is naar voren gekomen de positieve
en negatieve waardering van de buurt. De bewoners, de ge
meentelijke diensten en de woningbouwverenigingen hebben aan
deze inventarisatie meegedaan.
In KESTEREN/MUIZENBERG heeft de knelpuntenlijst uit de
inventarisatie tot gevolg gehad dat er een aktiviteitenlijst
is samengesteld waarin maatregelen zijn genoemd om de knel
punten aan te pakken.
Er heeft een globale toetsing plaats gevonden door de deel
nemers aan de Overleggroep Kesteren/Muizenberg om te beoor
delen welke maatregelen zinvol zijn in relatie tot het pro
bleem. Ambtelijk is een kostenraming gemaakt van de te nemen
maatregelen. Nog onvoldoende uitgekristalliseerd is de vraag
ten laste van welke begrotingsposten de genoemde maatregelen
gebracht kunnen worden. Vooralsnog wordt door de Overleggroep
Kesteren/Muizenberg het standpunt ingenomen het geraamde te
investeren bedrag van ca. f. 1.350.000,ten laste te bren
gen van de extra middelen buurtbeheer.
In BRABANTPARK heeft de inventarisatie ook geleid tot een
lijst met knelpunten. Daaruit is duidelijk geworden hoe
geleidelijk aan een achterstand is ontstaan. Het zal een
behoorlijke investering vragen deze achterstand in te lopen.
Daarnaast is het nodig een systeem te ontwikkelen dat ervoor
zorgt dat een dergelijk situatie zich niet herhaalt.
Een eerste stap is de aanpak van de woonomgeving. De voorge
stelde maatregelen daarbij zijn globaal benoemd en van
ambtelijke zijde voorzien van geraamde kosten. In totaal komt
dit neer op een investering van meer dan 10.000.000,
Binnen de Overleggroep wordt momenteel de discussie afgerond
over het plan van aanpak. Het proces is hier derhalve minder
ver gevorderd dan in de andere buurt. Gelet op de meer
-3-