nr. 300
Door het hanteren van deze uitgangspunten was In feite het
maximale subsidiebedrag voor de Instellingen bekend voordat de
gemeente kon beschikken over de uitgewerkte en gekwantificeerde
productomschrijvingen van de Instellingen. Dit werd voor de
experimentele periode niet als een belangrijk bezwaar gezien.
In de loop van het proces bleek, dat, naar het oordeel van de
toenmalige staatssecretaris, prestaties die verricht worden bij
bepaalde vormen van output-subsidlëring onder de werking van de
wet op de omzetbelasting vallen, n.l. daar waar de prestaties
als zodanig worden gesubsidieerd. Hoewel de discussie tussen de
staatssecretaris en de VNG op dit punt nog niet is afgerond,
blijkt uit de in het onderhavige experiment gehanteerde
uitgangspunten dat vooralsnog niet de prestaties zelf, maar de
instellingen worden gesubsidieerd.
Wij verwachten daarom dat de bedoelde problematiek in het
onderhavige experiment niet actueel is.
De resultaten.
Van de zes aan het experiment deelnemende instellingen vallen
de Stichting Onderwijsbegeleidingsdienst en de Stichting
Zwembaden niet onder de regelen van de subsidieverordening
Welzijn 1987. In verband daarmee kan het volgende opgemerkt
worden
Met de Onderwijsbegeleidingsdienst is de afspraak gemaakt dat
tenminste voor de experimentele periode door de Stichting wordt
afgezien van aanspraken die mogelijk voortvloeien uit de
overeenkomst met de gemeente Breda, voor zover die zouden
afwijken van hetgeen in de nu af te geven subsidiebeschikking
wordt bepaald. Hierdoor wordt voor het experimentele jaar de
Stichting Onderwijsbegeleidingsdienst gelijk gesteld aan de
instellingen die tot dusver wel onder de subsidieverordening
vielen. In 1990 kan worden nagegaan of het wenselijk is voor
volgende perioden alsnog een onderscheid te maken.
Bij de Stichting Zwembaden is een iets gecompliceerde situatie
ontstaan. Dit is voor een deel toe te schrijven aan de
omstandigheid dat de begroting 1989 voor de Stichting door Uw
raad is vastgesteld in oktober j.l. Als vervolg op die
vaststelling moesten in de conceptbegroting 1990 een aantal
wijzigingen worden aangebracht. Daardoor is er enige vertraging
ontstaan in het beschikbaar komen van het in de subsidiebeschik
king genoemde werkplan van de Stichting Zwembaden. Wij stellen
U daarom voor er mee in te stemmen dat voor de Stichting
Zwembaden een enigszins afwijkend tijdschema wordt gehanteerd,
dat er van uitgaat dat de af te geven beschikking in januari
1990 aan Uw raad wordt voorgelegd.
Dit betekent dat nu voor vijf instellingen concept-beschikkingen
opgesteld konden worden. De afspraken die daarin zijn gemaakt
zijn in overeenstemming met door Uw raad aangegeven doelstel
lingen zoals vermeld in de inleiding.
- 3 -