S8K
gemeente Breda
nr. 300b
DE RAAD VAN DE GEMEENTE BREDA;
overwegende dat het wenselijk Is om ln fasen te komen tot een
subsidiemethodiek ln de welzijnssector, welke enerzijds een
vermindering inhoudt van de hoeveelheid voorschriften die op de
gesubsidieerde instellingen van toepassing is, en waardoor
anderzijds een beter inzicht wordt verkregen in de omvang, in
kwalitatieve en kwantitatieve zin, van de dienstverlening door
de gesubsidieerde instellingen;
dat het wenselijk is om, bij wijze van experiment, voor het
werkjaar 1990 een zestal gesubsidieerde instellingen reeds op
bovenbedoelde experimentele wijze te subsidiëren;
dat de Subsidieverording Welzijn 1987, welke normaliter in de
subsidieverhouding tussen gemeente en gesubsidieerde instelling
van toepassing is, qua systematiek en instrumentarium onvoldoen
de mogelijkheden biedt om bovenbedoelde experimentele
subsidiëring mogelijk te maken;
dat het derhalve wenselijk is om ten aanzien van zestal
geselecteerde instellingen voor het werkjaar 1990 een zogenaamd
incidenteel subsidiebesluit te nemen, waarbij zoveel mogelijk
aansluiting zal worden gezocht bij de bepalingen van de
Subsidieverordening Welzijn 1987, met welke handelwijze
bedoelde instellingen instemmen door de door hen getoonde
bereidheid tot deelname aan dit experiment;
gezien het op grond van de Subsidieverordening Welzijn 1987
ingediende subsidieverzoek voor het werkjaar 1990 van DE
STICHTING OUDERENWERK BREDA
met de daarbij behorende bijlagen, waaronder in het bijzonder
de begroting van het werkplan;
gelet op artikel 170 van de gemeentewet;
I. aan de STICHTING OUDERENWERK BREDA
voor het werkjaar 1990 een subsidie te verlenen van
f 1.455.370,00 voor de uitvoering van het bij deze
beschikking behorende, en als zodanig gewaarmerkte,
werkplan;
waarvan loongevoelig een bedrag van f 1.003.617,00 op
basis van het nivo per 1-1-1989 verhoogd met een
percentage van 0,48559 ten behoeve van de
loonontwikkeling tot en met 31 december 1990.
besluit