gemeente Breda TOELICHTING OP DE WIJZIGING VAN DE SUBSIDIEVERORDENING STADSVERNIEUWING PER 1 JANUARI 1990 ALGEMEEN De subsidieverordening stadsvernieuwing is op 1 januari 1985 in werking getreden en sindsdien laatstelijk gewijzigd per 1 januari 1988. Er zijn nu ontwikkelingen die het noodzakelijk maken een beperkte wijziging van de subsidieverordening aan u voor te leggen. Deze ontwikkelingen zijn: 1. het opnemen van de gelden voor verhuis- en herinrichtingskosten bij verbetering en bij sloop en nieuwbouw in het fonds stadsvernieuwing. 2. het opnemen van een regeling voor bijdragen aan bedrijven bij verplaat sing van hun bedrijf, anders dan uit milieuhygiënische overwegingen. 3. het opnemen van de mogelijkheid woningen in een bepaald gebied uit te sluiten van bijdragen voor particuliere woningverbetering, totdat een bouwtechnisch onderzoek naar de woningen is afgerond en besluiten zijn genomen over de totale wijze van verbetering. 4. enkele wijzigingen in de bedragen voor particuliere woningverbetering, waarmee bouwtechnische verbeteringen sterker gestimuleerd worden dan woontechnische verbeteringen. 5. enkele juridische aanpassingen, om de subsidieverordening aan te laten sluiten op de overige gemeentelijke verordeningen. Toelichting per artikel I. Bij zowel verhuis- en her inrichtingskosten als de bijdrage in de verplaatsing van bedrijven wordt een definitieve bijdrage vastgesteld. II. De Stichting Woonwinkel heeft in 1989 haar naam gewijzigd in Stichting Bouwburo Brabant. III. Voor een bijdrage in de verplaatsing van bedrijven wordt de 15 jaren termijn voor terugkomst niet gehanteerd. IV. Dit artikel is een logisch gevolg van de toevoeging van artikel V. V. art. 28: Met de start van bouwtechnische onderzoeken naar de staat van woningen in bepaalde gebieden is het noodzakelijk om tijdens de duur van het onderzoek te wachten met het verstrekken van subsidies tot de uitkomst van het onderzoek bekend is en daarover besluitvorming heeft plaatsgevonden. Het gaat er daarbij niet alleen om of de individuele woning zich in goede staat bevindt, maar om de vraag of het totale complex zich in goede staat bevindt om te worden behouden. Tijdens de duur van het onderzoek en de besluitvorming stellen wij voor aan eigenaren van de betrokken woningen in het gebied de mogelijkheid tot het verkrijgen van een bijdrage te onthouden.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 1559