nr. 309 afwijzende subsidiebeschikking een beroep wordt gedaan op arti kel 14 van de verordening, waarin de algemene afwijkingsbevoegd heid is neergelegd. Door dit artikel aan te halen wordt ten onrechte de suggestie gewekt dat in beginsel slechts weigerings- gronden kunnen worden gehanteerd, die expliciet in de verorde ning worden genoemd. De verordening geeft echter in diverse bepalingen aan, dat bur gemeester en wethouders bij het nemen van beslissingen op sub sidieverzoeken een discretionaire bevoegdheid hebben. Burgemees ter en wethouders künnen subsidie verlenen, zeggen de artikelen 3, eerste lid, 15 en 20, van de verordening. De verordening kent een aantal verplichte weigeringsgronden (b.v. het niet behoren tot de subsidie-doelgroep, de budgetlimiet, de anti-discrimina tiebepaling, enzovoort). De verordening geeft hiervan echter geen limitatieve opsomming. Dit heeft tot gevolg dat ook al is geen van de in de verordening gegeven weigeringsgronden van toepassing, het college niettemin de hem gegeven beleidsruimte in een concrete situatie kan invullen door gebruik te maken van een niet-genoemdedoch eveneens gerechtvaardigde, weigerings- grond. Onder omstandigheden, zoals 111 casu, kan dat derhalve leiden tot de afwijzing van een verzoek om subsidie voor een doel, waarvoor de verordening subsidiëring in beginsel mogelijk maakt Cp grond van bovenstaande overwegingen acht de commissie de beroepsgrond ad a. ongegrond. ad b Appellante stelt dat met de afwijzing van de gevraagde subsidie het algemeen beginsel van behoorlijk bestuur is geschonden, dat gewekte verwachtingen gehonoreerd dienen te worden. Daartoe voert zij aan dat: - brj de afwijzing van het eerste subsidieverzoek niet werd gerept over de thans gehanteerde weigeringsgrond; - uit diverse contacten om ambtelijk en bestuurlijk niveau kon worden afgeleid, dat het initiatief symphatie ontmoette. In de eerste plaats de relatie met de afwijzing van het eerste subsidieverzoek. De Subsidieverordening Woonconsumenten biedt in artikel 3, eer ste lid, de mogelijkheid om subsidie te verlenen aan natuurlijke of rechtspersonen. Niet élke natuurlijke of rechtspersoon kan evenwel op deze subsidiemogelijkheid met succes een beroep doen. Artikel 15 van het hoofdstuk dat handelt over subsidies voor projecten laat zien, dat slechts aan een "woonconsumentenorgani satie" of een "groep woonconsumenten" subsidie kan worden ver strekt. Deze begrippen worden gedefinieerd in artikel 1 van de verordening In de afwijzende beslissing dd. 25 juli 19S8 op het eerste sub sidieverzoek oordeelden burgemeester en wethouders, dat in de statutaire doelstelling van de Stichting Eigen Beheer onvoldoen de was gewaarborgd dat de belangen van de woonconsumenten bepa lend zouden zijn voor het beleid van deze rechtspersoon. Deze

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 1564