SB
gemeente Breda
PROCES-VERBAAL van de hoorzitting, gehouden op donderdag 1 juni
1989, om 19.00 uur in het kader van de behandeling van het
beroepschrift ingevolge de Subsidieverordening Woonconsumenten
van de Stichting Eigen Beheer, tegen het weigeren van subsidie.
aanwezig
Mw. Mr. M.E.J. Houtman-van Wijmen
Mr. W.M.M. van Fessem
W.C.J. Bakx en P.J.W.M. de Kort
de heren Meertens, van Laarhoven en
Houben
Mr. J.J. Deelen en Ir. A. Klooster
voorzitter hoorcommis-
sie, tevens rapporteur
lid hoorcommissie
ambtelijke bijstand
hoorcommissie
namens de Stichting Ei
gen Beheer
dienst openbare werken,
vertegenwoordigers van
burgemeester en wethou
ders
De voorzitter opent de vergadering en vraagt de stichting of en
in hoeverre er door bestuurders of ambtenaren concrete toezeg
gingen over susidiëring zijn gedaan.
De heer Meertens zegt, dat bij de eerste afwijzing van het sub
sidieverzoek door de gemeente de verwachting is gewekt, dat in
dien de statuten van de stichting zouden worden aangepast, als
nog subsidie zou worden verleend. Verder geeft hij te kennen,
dat uit een haalbaarheidsonderzoek, waarvan de resultaten aan de
commissie worden overhandigd, is gebleken, dat het schoolgebouw
aan Etnastraat 14 in een zodanig goede staat verkeert, dat een
verbouwing daarvan tot 15 zelfstandige wooneenheden "haalbaar"
is. Woningbouwvereniging St. Laurentius zou ook achter dit ver
bouwingsplan staan. Tevens wordt aan de commissie overhandigd
een schriftelijke toelichting op het beroepschrift gedateerd 1
juni 1989, welke toelichting aan dit proces-verbaal is gehecht
en daarvan onderdeel uitmaakt.
De heer Houben geeft te kennen, dat weliswaar is beloofd dat het
plan van de stichting zou worden meegenomen in een in de omge
ving van de gasfabriek nog te houden geluidsonderzoek, maar dat
verder geen uitdrukkelijke toezeggingen zijn gedaan.
De heer Meertens geeft hierop nog de volgende aanvulling. De
stichting heeft afgelopen maandag nog een gesprek gehad met wet
houder Rattink en de heer Worm van openbare werken, waarin is
toegezegd dat Ben W. eind augustus, begin september a.s. hun
standpunt zouden bepalen ten aanzien van een ten behoeve van dit
verbouwingsplan vereiste wijziging van het ter plaatse geldende
bestemmingsplan. Het bestemmingsplan geeft namelijk aan de be
trokken gronden een bedrijfsbestemming, op grond waarvan aan de