4 nr. 319 17. Het is koper bekend, dat gemeente Breda bij verkoop van bouwgrond geen zogenaamde "gifvrij" of "schone grond" verklaring afgeeft. De gemeente heeft de bodem van het verkochte echter laten onder zoeken. De resultaten van dit onderzoek zijn neergelegd in een rapport van Aqua Technica Nederland, Galgkade 3, Postbus 528, 3130 AM Vlaardingen betreffende projectnummer 89699 M van juni 1989. Koper is met de inhoud van dit rapport volledig op de hoogte en hij weet dat de vervuilde grond zal worden afgevoerd, waarna de ontstane put tot 1.50 m-N.A.P. zal worden aangevuld met schoon zand conform de door de milieudienst Breda af te geven verklaring. Na uitvoering van vorenbedoelde sanering zal een saneringsverklaring worden afgegeven door de milieudienst Breda. Koper verklaart met vorenomschreven sanering te hebben ingestemd en kennis te hebben genomen van de inhoud van beide voormelde verklaringen van de milieudienst Breda, die onderdeel uitmaken van de onderhavige koopovereenkomst en die aan de notariële akte van transport zullen worden gehecht. 18. Bij ingebruikname van de grond wordt koper geacht deze volledig te kennen en deze te aanvaarden als grond, die geschikt is voor de bouw van een kantoor met onderliggende parkeergarage. 19. Koper of diens rechtverkrijgenden moeten gedogen, dat palen, lantaarnpalen, kabels, draden, isolatoren, rosetten, aanduidings borden en pijpleidingen, voor openbare doeleinden bestemd op, in, aan of boven het verkochte en de daarop opgerichte opstallen worden aangebracht en onderhouden, op de plaatsen waar en de wijze, waarop het college van burgemeester en wethouders dit nodig zal achten; omtrent bedoelde plaats en wijze wordt tevoren met de eigenaarenoverlegd; koper of diens rechtverkrijgenden zijn verplicht al hetgeen krachtens deze bepaling is aangebracht te laten bestaan. Het college van burgemeester en wethouders zal in daarvoor in aanmerking komende gevallen een billijke vergoeding voor als gevolg van de bovengenoemde gedoging werkelijk geleden schade toekennen. 20. De bepalingen onder 12, 15, 16, 19, alsmede deze bepaling, moeten bij elke vervreemding van het gehele voormelde onroerend goed of een gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genotsrecht op het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de opvolgende eigena(arenof de zakelijk gerechtigde(n) worden opgelegd en worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde bepalingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze bepalingen verbeurt de nalatige partij, zonder dat enige ingebrekestelling zal zijn vereist, ten behoeve van de gemeente Breda een direct opeisbare boete van 100.000,00. t PCIH/GB504 15-12-1989

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 1618