v
blad nr
23. Bij ingebruikname van de grond wordt koper geacht deze volledig te
kennen en deze te aanvaarden als grond, die geschikt is voor de bouw
van een scholencomplex.
24. Koper of diens rechtverkrijgenden moeten gedogen, dat palen, lantaarn
palen, kabels, draden, isolatoren, rosetten, aanduidingsborden en
pijpleidingen, voor openbare doeleinden bestemd op, in, aan of boven
het verkochte en de daarop opgerichte opstallen worden aangebracht en
onderhouden, op de plaatsen waar en de wijze, waarop het college van
burgemeester en wethouders dit nodig zal achten; omtrent bedoelde
plaats en wijze wordt tevoren met de eigenaren overlegd; koper of
diens rechtverkrijgenden zijn verplicht al hetgeen krachtens deze
bepaling is aangebracht te laten bestaan. Het college van burgemeester
en wethouders zal in daarvoor in aanmerking komende gevallen een
billijke vergoeding voor als gevolg van de bovengenoemde gedoging
werkelijk geleden schade toekennen.
25. De bepalingen onder 14, 17, 18, 24, alsmede deze bepaling, moeten bij
elke vervreemding van het gehele voormelde onroerend goed of een
gedeelte daarvan, alsmede bij elke toekenning van een zakelijk genots-
recht op het gehele onroerend goed of een gedeelte daarvan, aan de
opvolgende eigenaren of de zakelijk gerechtigden worden opgelegd en
worden bedongen ten behoeve van de gemeente Breda, tenzij de bedoelde
bepalingen inmiddels zijn uitgewerkt; bij niet-nakoming van deze
bepalingen verbeurt de nalatige partij, zonder dat enige ingebreke
stelling zal zijn vereist, ten behoeve van de gemeente Breda een
direct opeisbare boete van 100.000,00.
26. Deze koopovereenkomst wordt gesloten onder de ontbindende voorwaarde
dat de raad van de gemeente Breda niet voor 1 maart 1990 zijn goed
keuring aan deze transactie verleent of koper geen rijksmiddelen ter
beschikking worden gesteld voor het realiseren van het scholencomplex
of een gedeelte daarvan.
Aldus overeengekomen, opgemaakt en getekend in tweevoud te Breda op
21 december 1989
De gemeente Breda
De burgemeester,
Het Algemeen Bestuur
van de Stichting Hogeschool
West-Brabant
A
Drs. F.M. Feij
Prof. Dr. C.J. van der Weijden,
voorzitter
Mr. M.F.IJ.J. Kramer,
secretaris
PCIH/GB508