aan de raad der
gemeente Breda
017/897914670
«r-inr-p
nr. 324
Voorstel tot het voeren van rechtsgedingen
wegens huurachterstand jegens enige wagenbewoners.
De wagens van de woonwagenbewoners in Breda zijn deels eigendom van, deels
in huur bij de wagenbewoners.
De huurwagens, 27 in getal, zijn eigendom van de gemeente Breda en worden
voorlopig beheerd door de Woningbouwvereniging Volkshuisvesting Breda.
In het kader van de deconcentratie van Driekoningenoord wordt als sluitstuk
hiervan beoogd te komen tot een normalisering van regels en handhaving
daarvan jegens de wagenbewoners.
Dit betekent onder meer dat situaties als nu voorkomen, waarbij de verplichting
tot betaling van huur voor de huurwagens niet of nagenoeg niet wordt nagekomen
of overigens ook geen afbetalingsregeling wordt getroffen, niet meer mogen
voorkomen.
De netto huurachterstand bedraagt ruim 200.000,00, dit ondanks het feit,
dat vooral de laatste jaren extra aandacht en tijd is besteed aan het
incassobeleid met betrekking tot wagenbewoners. Bij een aantal wagenbewoners
heeft dit niet tot resultaat geleid.
Er is een drietal personen met een zeer forse huurachterstand, die ook de
lopende huur niet betalen.
Wij menen, dat deze situatie niet kan blijven voortbestaan en zijn van
mening, dat deze het meest in gebreke blijvende wanbetalers gerechtelijk
dienen te worden aangepakt zodat zij de achterstallige huur alsnog betalen
en hun betalingsverplichtingen voor het vervolg nakomen.
Daar woonwagens niet vallen onder het begrip woning als bedoeld in artikel
177, lid 3 van de gemeentewet is slechts uw raad bevoegd tot het voeren van
de voorgestelde rechtsgedingen.
Voor u liggen ter inzage 3 concepten van dagvaardingen, waarin de kantonrechter
wordt gevraagd:
a. de huurovereenkomsten te ontbinden met veroordeling van gedaagden om de
wagen en de standplaats ter vrije beschikking te stellen van de gemeente;
b. gedaagden te veroordelen tot betaling van de achterstallige huur met
kosten en rente.
Op grond van het bovenstaande stellen wij u voor te besluiten tot het voeren
van de rechtsgedingen zoals aangegeven in de ter visie liggende concept
dagvaardingen.