SOS
aan de raad der
gemeente Breda
nr. 326
Voorstel van burgemeester en
wethouders de nota "Monumenten
eigentijdse elementen met een
toekomst" vast te stellen.
Wlz/897009362
In december 1988 hebben wij uw raad een beleidsnotitie Kunst en
Cultuur voorgelegd, waarin de beleidsvoornemens voor de
middellange termijn werden gepresenteerd.
Een onderdeel in deze notitie was het hoofdstuk monumenten.
Voor dit terrein is uw raad een deelnota toegezegd, welke in
1989 zou verschijnen. De dienst Welzijn heeft ons college in
juni een conceptnota voorgelegd.
Wij bieden u deze nota thans aan.
De dienst Welzijn heeft alvorens de nota aan ons college te
presenteren overleg gepleegd met de betrokken ambtelijke
diensten. Daarnaast heeft ons college advies ingewonnen bij de
Monumenten Advies Raad en de Welstandscommissie en tenslotte
zijn op de gebruikelijke wijze betrokkenen bij het
monumentenbeleid in de gelegenheid gesteld de nota van
commentaar te voorzien.
Uit de reakties komt naar voren dat het voorgestelde
monumentenbeleid op een brede steun kan rekenen.
Directe aanleiding voer het uitbrengen van de nota is gelegen
in de verandering van de monumentenwet.
Kern van de verandering is dat de gemeente verantwoordelijk
wordt voer de afgifte van een wijzigings- of sloopvergunning
voor Rijksmonumenten. Hierdoor wordt de gemeente, meer dan
voorheen, in staat gesteld een eigen monumentenbeleid te
voeren. Hierbij heeft voor ons college als uitgangspunt
gegolden dat integratie en coördinatie van het beleid een
belangrijk gegeven is. Inmiddels is de ambtelijke werkgroep die
is samengesteld uit vertegenwoordigers van de betrokken
diensten en die onder leiding staat van de wethouder van
cultuur, gestart met voorbereidingen die voor de integratie van
het beleid noodzakelijk zijn.
De nota bevat beleidsdoelstellingen op de korte en de langere
termijn. Een aantal onderdelen behoeft nadere studie en
overleg, met name ten aanzien van de financiële gevolgen.
Wij denken daarbij onder meer aan:
financieringsmogelijkheden in samenwerking met het
Nationaal Restauratiefonds;
de effecten met betrekking tot een voorgestane
ombuiging van restauratiebeleid sec naar een
restauratie- en onderhoudsplanning.