ALGEMENE BEPALINGEN VOOR GELDLENINGEN Artikel 1 De uitbetaling zal naar keuze van geldnemer geschieden: a. bij de hoofdbank van De Nederlandsche Bank N.V., ten gunste en op naam van geldnemer; b. op de rekening bij de Postbank N.V., ten gunste en op naam van geldnemer; c. op de rekening van een andere door geldnemer ten genoegen van geldgever aan te wijzen bankinstelling, gehouden bij de hoofdbank voornoemd, ten gunste van geldnemer. Een en ander met dien verstande, dat voor het totale leningbedrag slechts één bankinstelling kan worden aangewezen. Mocht deze keuze uiterlijk zeven dagen voor de datum van het verstrekken der geldlening niet aan geldgever bekend zijn, dan zal de hoofdsom van de lening worden overgeschreven als onder b. voornoemd. Artikel 2 De uitbetaling geschiedt op de in de overeenkomst genoemde datum, c.q. data, mits de naar het ontwerp van geldgever opgemaakte overeenkomst van geldlening en de overige door geldgever verlangde stukken ten minste twee dagen voor de eerste dag van storting in het bezit van geldgever zijn. Deze akte moet te voren voorzien zijn van een rechtsgeldige ondertekening door geldnemer en door de eventuele borgen. Indien de akte niet tijdig, dat wil zeggen op het in de vorige alinea omschre ven tijdstip, in het bezit van geldgever is, geschiedt de uitbetaling zo spoe dig mogelijk na ontvangst door geldgever van de akte en van de eventuele andere verlangde stukken. Latere uitbetaling voorzover niet aan geldgever te wijten, brengt geen wijzi ging in de in de overeenkomst genoemde datum van rente-ingang, noch in andere daarin genoemde tijdsbepalingen. Indien en zodra zich voor of op de overeengekomen stortingsdatum, c.q. data één of meer van de in artikel 9 van deze algemene bepalingen genoemde omstan digheden zullen voordoen, komt de overeenkomst te vervallen en is geldgever nimmer gehouden tot uitbetaling, c.q. verdere uitbetaling over te gaan. Artikel 3 Uiterlijk twee weken na elke uitbetaling zal geldnemer aan geldgever een schuldbekentenis doen toekomen, waaruit met name blijkt, dat en wanneer toege zegde gelden door geldnemer zijn ontvangen. Deze schuldbekentenis dient te zijn ondertekend door de functionaris, die krachtens de voor geldnemer geldende rechtsregelen bevoegd is kwijting te geven. Artikel 4 Bij de berekening van de rente zal, indien niet anders is overeengekomen, elke maand op dertig dagen en elk jaar op driehonderdzestig dagen worden gesteld. paraaf

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 17