Artikel 9 De hoofdsom van de lening, of het niet afgeloste gedeelte daarvan met de rente, boeten en kosten daarover, alsmede alle andere verplichtingen van geld- nemer jegens geldgever uit welke hoofde ook, zullen onmiddellijk opeisbaar zijn, onverminderd het recht van geldgever om alle maatregelen te nemen ten laste van geldnemer, welke hij nuttig en nodig zal oordelen tot behoud zijner rechten en/of verhaal zijner vorderingen: a. bij door geldnemer gedaan verzoek tot verkrijging van surséance van beta ling; b. bij eigen aangifte of verzoek van schuldeisers tot faillietverklaring van geldnemer c. in geval van niet, niet tijdige of niet behoorlijke nakoming, c.q. over treding door geldnemer van één of meer van zijn verplichtingen jegens geldgever d. bij conservatoir of executoriaal beslag op eigendommen van geldnemer; e. bij verlies van rechtspersoonlijkheid, liquidatie, feitelijke liquidatie, of ontbinding van geldnemer, alsmede wanneer geldnemer zijn doel heeft opgegeven, of ingeval geldnemer onder beheer wordt geplaatst en/of gena tionaliseerd; f. bij wijziging van de statuten van geldnemer, waardoor, naar het oordeel van geldgever, benadeling van laatstgenoemde het gevolg kan zijn en deze wijziging niet binnen drie maanden na een schriftelijke waarschuwing van geldgever door geldnemer is_ ongedaan gemaakt; g. indien door enige crediteur aan geldnemer verstrekte geldlening krachtens enige opeisingsgrond vervroegd opeisbaar wordt, tenzij geldgever niet bin nen één kalendermaand schriftelijk heeft gereageerd op de schriftelijke melding door geldnemer van deze vervroegde opeisbaarheid. Geldnemer zal, zodra één of meer van de feiten plaatsvinden, welke de geld lening opeisbaar doen zijn en van iedere voorgenomen wijziging in de statuten, geldgever daarvan onverwijld schriftelijk in kennis stellen. Bij opeising op grond van dit artikel, zal geldnemer, onverminderd het bepaal de in artikel 6 en alle andere rechten van geldgever, een boete groot 5% van het opgeëiste bedrag aan geldgever verschuldigd zijn. Alle kosten en rechten van de overeenkomst van geldlening en van de maatrege len, welke geldgever mocht nemen tot behoud of ter uitoefening zijner uit de overeenkomst voortvloeiende rechten, komen ten laste van geldnemer. Eveneens komen ten laste van geldnemer alle belastingen en/of heffingen, die op of met betrekking tot de betaling van hoofdsom, aflossing, rente of boete worden of zullen worden geheven. Artikel 11 De uitoefening door geldgever van de uit de overeenkomst voortvloeiende rech ten, de tijdstippen waarop en de volgorde waarin deze zullen worden uitgeoefend, zijn ter keuze van geldgever, zonder dat het niet uitoefenen van enig recht kan worden uitgelegd als zou geldgever van dat recht afstand hebben gedaan. Artikel 10 paraaf

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 19