nr. 33
Met inachtneming van het bepaalde in deze nota zijn vervolgens
de lokaties aangewezen voor de uitoefening van straathandel
vanuit vaste standplaatsen, bij besluit van ons college d.d.
14-11-1979. Daarbij werd voor wat betreft het gebied in de bin
nenstad op voorhand in één keer nagegaan, welke openbare gemeen
tegrond kon worden bestemd voor het innemen van vaste stand
plaatsen. Dit omdat de binnenstad met name qua omvang een betrek
kelijk klein gebied is, terwijl er voor het innemen van vaste
standplaatsen van de zijde van de standplaatshouders grote be
langstelling bestaat. Tegemoet komen aan alle belangstelling is
gezien het beperkte gebied feitelijk onmogelijk.
Aan genoemd besluit tot de aanwijzing van lokaties lagen in
eerste aanleg publiekrechtelijke overwegingen ten grondslag, met
name op het gebied van de openbare orde en veiligheid. De aan
wijzing is laatstelijk bij besluit van 10-10-1984 door ons col
lege herzien en bijgesteld - hierbij vond een uitbreiding plaats
met twee lokaties in de wijk Haagse Beemden - met inachtneming
van reeds genoemde overwegingen.
De door appellant aangevraagde lokaties zijn door ons college
niet als vaste standplaatsen aangewezen.
Bij de hierboven omschreven regeling is naar onze mening geen
sprake van strijd met het bepaalde in artikel 7 van de Grondwet.
De desbetreffende bepaling in de APV is daarin opgenomen vanuit
een oogpunt van bescherming van de openbare orde. Het op grond
daarvan gehanteerde vergunningenstelsel heeft in eerste aanleg
eveneens de bescherming van de openbare orde tot doel. Op geen
enkele wijze wordt hiermee beoogd om de vrijheid van menings
uiting aan te tasten.
Uit vaste jurisprudentie blijkt, dat het te koop aanbieden van
geschreven en gedrukte stukken door de Hoge Raad als zelfstandig
verspreidingsmiddel is erkend. Gemeenten kunnen op grond van
artikel 168 van de gemeentewet de verkoop op straat reguleren in
het belang van de openbare orde, doch de verkoop van gedrukte
stukken mag daarbij niet geheel verboden worden.
In onze gemeente is het aantal vaste standplaatsen in de binnen
stad weliswaar beperkt in het belang van de openbare orde, doch
de verspreiding van geschreven en gedrukte stukken is binnen het
gehanteerde vergunningenstelsel mogelijk.
Wij kunnen de mening van appellant, dat er sprake zou zijn van
een algemeen verbod op het verspreiden van drukwerk, dan ook
niet onderschrijven.
Ad 2. Verkeersveiligheid (doorgang voor voetgangers)
Naar aanleiding van de aanvraag van appellant is door ons col
lege beoordeeld of er vanuit het oogpunt van openbare orde bezwa
ren bestonden tegen een eventuele uitbreiding van het huidige
standplaatsenregime, door middel van aanwijzing van de aange
vraagde lokaties als vaste standplaatsen. Dit dus als mogelijke
aanvulling op de lokaties die reeds op grond van de Nota Stand
plaatsen zijn aangewezen.
- 2 -