voorschriften ter beïnvloeding of regulering van de plaat selijke concurrentieverhoudingen - zie sub 2 - Vz.AR 10-4- 1986, KG 1986, 352 een rigide maximumstelsel qua gebied of aantal vergunning en, waarbij: A.niet ieder verzoek op zijn eigen merites wordt beoordeeld (Vz.AR 16-9-1988 - Kohen Den Bosch (bijlage) B."slapende" vergunningen niet uit het totaalbestand worden geëlimineerd (Vz AR 27-6-1983, NJAB 1984, 95 Van der Bent/ Dwingeloo - zie ook Vz AR 27-11-1984, G 6793). Blijkens de nota Standplaatsen leidde het tot die datum door burgemeester en wethouders gevoerde beleid ertoe, dat de plaatselijke winkeliers in een moeilijke concurrentie positie geraakten ten opzichte van standplaatshouders, die veel lagere exploitatiekosten hadden/hebben. Daarom is ingevoerd een stelsel huur - verhuur voor 5 jaar middels openbare inschrijving bij opbod. Hierdoor zouden de concurrentieverhoudingen gunstig beïnvloed worden (nota pagina 3), terwijl een evenwichtige distributie-planologi sche situatie zou worden bevorderd (pag. 3). Tevens kon door huur - verhuur tegen het hoogste bod (pag. 9) worden bereikt, dat de huur van de standplaatsen hun economische waarde zou gaan benaderen (pag. 4). Nog afgezien van het bezwaar (in mijn beroepschrift d.d. 17 oktober 1988 vermeld), dat de gemeente c.q. burgemeester en wethouders zich in het nieuwe stelsel een economische mono poliepositie hebben verschaft, moet worden opgemerkt, dat de beleidsuitgangspunten in strijd zijn met de gemelde jurisprudentie. De gemeente c.q. burgemeester en wethouders begeven zich op een gebied, dat niet tot hun taak behoort en dat is afgebakend en beschermd door de Vestigingswet Bedrijven 1954. Bovendien is het "hoogste bod" - systeem evenzeer strijdig met de wet, wanneer geen afwijking in concrete, individuele gevallen toegelaten is. Het is interessant na te gaan in hoeverre in het verleden van die mogelijkheid is gebruik gemaakt De huidige verdeling van de standplaatsen is naar aard van de verkochte waar niet distributief verantwoord (zie beroep schrift d.d. 17-10-1988). Ruim 90% van de voorzieningen is direct consumptief. In het huidige vastomlijnde kader is in de (binnen-) stad feitelijk geen mogelijkheid aanwezig om drukwerk te verkopen. De (uitvoering van de) regeling komt daardoor in strijd met art. 7 Gw. Naast vorenstaande bemerkingen, handhaaft mijn cliënt zijn stelling, dat een standplaats op de hoek Karrestraat - Ridderstraat - Eindstraat verkeerstechnisch geen overlast oplevert Dhr. Taks Het beroepschrift is gebaseerd op de overweging, dat het ge meentelijk beleid conflict oplevert met de Grondwet. Vraagt de heer Sichtars: er zijn toch meer standplaatsen in Breda waar drukwerk kan worden gedistribueerd? - 2 -

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 221