nr. 57 2 Gevolgen De eerste 10 jaar geen! Na het 10e exploitatiejaar ontstaat een exploitatietekort bij de corporatie. De minister beoogt door wijziging van de Huurprijzenwet Woonruimte huurverhoging mogelijk te maken, waarmee deze tekorten binnen de totale exploitatie kunnen worden opgevangen. Met andere woorden: de rijksbudgetpolitiek wordt afgewenteld op de huurders en daarmee een extra woonlastenprobleem gecreëerd. 3Normatief investeringsvolume in plaats van acceptabele stichtinqskosten Het budget acceptabele stichtingskosten geeft met ingang van 1 januari 1989 niet langer het maximum aan van de geldelijke steun. Dit omdat onder andere de garantieverlening is vervallen. Met ingang van 1989 wordt in dit kader het begrip "normatief investe ringsvolume" gebruikt. Het geeft aan voor welk bedrag het rijk de bouw van woningen met een aanvaardbaar huur- en kwaliteitsniveau te realiseren acht De toelichting stelt ter zake: het plegen van hogere investeringen duidt op plan-inefficiëncy en/of op een kwaliteit- en huurniveau dat zich slecht verdraagt met de doelgroep van de opdrachtgevers in de sociale huursector. Een en ander spreekt voor zich. 4Grondkosten Over de grondkosten stelt de toelichting: de acceptabele grondkosten zijn gebaseerd op een, eventueel na overleg met de gemeente, geraamd gemiddeld grondkostenbedrag per woning. Bij de bepaling daarvan wordt uitgegaan van de vastgestelde grondkosten van de bestemmingsplannen waar naar verwachting gebouwd gaat worden, rekening houdend met een eventuele hoogtefactor. De MG met betrekking tot het grondkosteninstrumentarium (ligt ter visie) is inmiddels ontvangen. Daarin geeft de staatssecretaris van volkshuisvesting, ruimtelijke ordening en milieubeheer zijn visie hoe in bepaalde gevallen met grondkosten in relatie tot nieuwbouw c.a. kan worden omgegaan. Door het grondbedrijf wordt thans een eerste aanzet gedaan tot verwerking van deze MG. 5Bijdragen die in mindering kunnen worden gebracht op de stichtinqskosten In 1988 konden uitsluitend bijdragen op grond van volkshuisvestings regelingen en de stadsvernieuwing in mindering worden gebracht. Thans is dat ook mogelijk ten laste van andere budgetten echter niet ten laste van de reserves van de corporaties. Deze bijdragen behoeven echter vooraf de instemming van de H.I.D. De gemeente heeft ook hier een toetsende functie met betrekking tot de rechtmatigheid en doelmatigheid. Zij moet verklaren dat voldaan is aan de subsidievoorwaarden. Het rijk kan ter zake een accountantsverklaring eisen. 6Bereiken bovenkant begane grondvloer Met ingang van 1 januari 1989 is deze termijn verlengd van 4 naar 6 maanden na datum afgifte van de beschikking. Verlenging is dan niet mogelijk. Overschrijding van de termijn van 6 maanden kan de intrekking van de beschikking tot gevolg hebben. Dit betekent dat in de voorwaarden waarbij de gemeente geldelijke steun verleent aan de betreffende toegelaten instelling terdege met deze termijn rekening moet houden wil zij niet het risico lopen dat zij alsnog de geldelijke steun moet betalen zonder dat daar een vergoeding van het rijk tegenover staat.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 309