7 nr. 57 Voorts heeft staatssecretaris Heerma in september jl. zijn ontwerp-nota volkshuisvesting in de jaren '90 uitgebracht. Daarin wordt een zelfstandiger positie van zowel de gemeente als de toegelaten instellingen in het vooruit zicht gesteld. Deze nota moet nog behandeld worden in de Staten-Generaal Deze twee zaken beziende in relatie tot de thans voorgelegde wijzigingen van een aantal regelingen dwingen tot een aantal constateringen. De in dit voorstel behandelde regelingen zijn voorbeelden van deconcentratie van rijksactiviteiten naar de gemeentelijke overheid. Echter deze deconcen tratie is gepaard gegaan met een zodanige regulering en inbedding van rijksrisico's, dat sprake is van een fijnmazig netwerk van toetsings- en procedureregels. De voorgestane gemeentelijke zelfstandigheid komt hierdoor neer op een onverkort toepassen van rijksregels met nauwelijks enige beleidsvrijheid. Waar de subsidiënt voorheen het risico van de concrete toepassing van de eigen regels bij zichzelf legde, legt zij deze - nog steeds eigen regels - bij een lager niveau. Ook wordt geen extra budget taire capaciteit, mogelijk door minder werk bij het rijk, overgeheveld naar het rijk voor extra personele inzet en risicoafdekking. Bovendien wordt de zelfstandigheid ingebed in twee nadere regelingen namelijk het Waarborgfonds en het Centraal Fonds. Beide fondsen zullen zich in ieder geval, indien deze door een lokale corporatie worden aangesproken, inlaten met de financiële positie van die corporatie en de plannen waarvoor de financiële steun wordt gevraagd. Duidelijk moet zijn dat het gemeentelijk toezicht met name door de oprichting van deze fondsen een extra dimensie heeft gekregen. Niet alleen het rijkstoezicht op de corporaties en de aanspraken die daaruit voor de gemeente kunnen ontstaan zijn van belang, maar ook het toezicht door de fondsen en de gevolgen daarvan voor het gemeentelijk beleid zullen, alhoewel thans daarover nog in het duister wordt getast, een evidente rol gaan spelen. In al deze regelingen wordt een flink voorschot genomen op de uitvoerings- voorstellen zoals deze worden gedaan in de thans nog concept Nota volks huisvesting in de jaren 90. Gezien de onduidelijkheid over de werking van een aantal regelingen, die hiervoor zijn behandeld, hebben wij gemeend eerst te bezien hoe deze regelingen ten opzichte van elkaar en de gemeente Breda werken. Eind dit jaar begin volgend jaar zullen wij uw raad daarover rapporteren. Tenslotte delen wij u nog mede dat de commissie volkshuisvesting in haar vergadering van april zal worden geïnformeerd over het woningbouwprogramma 1989 e.v. VIII. Voorstel Op grond van het voorgaande stellen wij uw raad voor: 1. uw besluit tot overdracht van bevoegdheden met betrekking tot de uitvoering van de Regeling geldelijke steun huurwoningen normkosten systeem 1988 te wijzigen en wel zodanig dat het garanderen van geld leningen van toegelaten instellingen voor de bouw van sociale huur woningen met ingang van 1 januari 1989 met contragarantie van het rijk, niet meer mogelijk is;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 314