vier 5. Het bestuur kan ook buiten vergadering rechtsgeldige besluiten nemen, mits alle bestuursleden zich schriftelijk en met algemene stemmen vóór het voorstel uitspreken. Een dergelijk besluit dient bij de notulen te worden gevoegd. Beleid, Taak en Bevoegdheid. Artikel 11. 1Het bestuur is belast met het besturen van de stichting en geeft daar bij het beleid aan van de door de stichting te verrichten werkzaamheden en is bevoegd alle handelingen te verrichten, welke voor de verwezenlijking van het doel der stichting nodig of wenselijk worden geacht, waaronder het benoemen en ontslaan van personeel. 2. Het bestuur draagt zorg voor de gang van zaken in de stichting, bijge staan door: a. het dagelijks bestuur; b. personeel; en c. eventuele commissies. 3. Erfstellingen kunnen slechts worden aanvaard onder het voorrecht van - boedelbeschrijving. 4. Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van de bestuursbe sluiten en bereidt alle vergaderingen voor. Het draagt zorg voor de opstelling van de agenda en van alle stukken welke in de vergadering worden besproken en is voorts belast met zodanige andere taken als het bestuur aan het dagelijks bestuur zal opdragen. 5. Het bestuur is bevoegd taken en de uitvoering van bestuursbesluiten op te dragen aan de lid 2 bedoelde organen en personen. Het bestuur dient evenwel zelf de arbeidsvoorwaarden van het personeel vast te stellen. 6. Een bestuurslid dat is benoemd op voordracht van het personeelsberaad mist stemrecht bij het nemen van een bestuursbesluit, de rechtspositie van het personeel betreffende. 7. Het bestuur is bevoegd tot het kopen en verkopen van registergoederen, voorzover dit is ter verwezenlijking van de doelstelling van de stichting. Vertegenwoordiging. Artikel 12. De stichting wordt rechtsgeldig in- en buiten rechte vertegenwoordigd door of de voorzitter en secretaris tezamen of de voorzitter en penningmeester tezamen of de secretaris en penningmeester tezamen. Geldelijke middelen. Artikel 13. De geldelijke middelen bestaan uit bijdragen of vergoedingen, welke gehe ven kunnen worden van hen die van de diensten van de stichting gebruik ma ken, renten van belegde gelden, vrijwillige bijdragen, subsidies en al hetgeen de stichting op welke andere wijze ook verkrijgt. Boekjaar en jaarstukken. Artikel 14. 1. Het boekjaar is gelijk aan het kalenderjaar. 2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting zo danige aantekeningen te houden dat daaruit te allen tijde haar rechten en verplichtingen kunnen worden gekend. 3. Het bestuur is verplicht binnen zes maanden na afloop van een boekjaar een balans en een staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar op te maken. 4. De in de leden 2 en 3 bedoelde verplichtingen van het bestuur worden - namens het bestuur door de penningmeester uitgevoerd. 5. Binnen voormelde termijn van zes maanden wordt door het bestuur een verslag over het afgelopen boekjaar vastgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1989 | | pagina 328